Opdracht Concurrentie en coöperatie --> in groepjes.
Opdrachten maken
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen 7.2
Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en va cooperatie onderscheiden
Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven
Slide 4 - Tekstslide
Populatie
Alle individuen van een soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten.
Populatiegrootte: aantal individuen
van een populatie.
De populatiegrootte is afhankelijk
van abiotische en biotische factoren.
Slide 5 - Tekstslide
Populatie
De populatiedichtheid = het aantal individuen per oppervlakte-eenheid (op het land) of per volume-eenheid (in het water).
De populatiedichtheid is afhankelijk van allerlei omstandigheden en kan van jaar tot jaar verschillen.
Dynamiek --> het schommelen
van biotische factoren.
Slide 6 - Tekstslide
Populatiegrootte
De populatiegrootte wordt ook beinvloed door:
Geboorte
Sterfte
Migratie
Slide 7 - Tekstslide
Populatiegrootte
Vier factoren beïnvloeden de populatiegrootte en daarmee dus de populatiedichtheid:
Geboortecijfer: het aantal jongen dat per jaar geboren wordt;
Het sterftecijfer: het aantal dieren dat per jaar dood gaat;
Emigratie: het aantal dieren dat per jaar wegtrekt en niet meer terugkomt
Immigratie: het aantal dieren per jaar dat van elders komt en zich blijvend vestigt.
Slide 8 - Tekstslide
De populatiegrootte schommelt meestal rondom een biologisch evenwicht (BiNaS 93...)
Slide 9 - Tekstslide
Draagkracht
De maximale populatiegrootte die over een langere tijd in dat ecosysteem kan worden gehandhaafd --> in een gebied moet voldoende voedsel, schuil- en nestplaatsen zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Draagkracht
Beperkende factoren remmen de populatiegroei waardoor deze onder de draagkracht blijft, zoals concurrentie van andere soorten, predatie, onvoldoende voedsel, ziektes en andere oorzaken van sterfte.
Slide 11 - Tekstslide
Concurrentie
Concurrentie is de strijd/ competitie tussen organismen in een ecosysteem.
Voedsel
Ruimte
Licht
Daarom hebben dieren vaak een territorium om
hun bronnen veilig te stellen.
Slide 12 - Tekstslide
Concurrentie
Binnen een ecosysteem is er veel concurrentie
De hoeveelheid concurrentie heeft invloed op de overlevingskans.
De organismen die het best zijn aangepast aan het milieu hebben de grootste overlevingskans.
Slide 13 - Tekstslide
Competitie
''Tussen de individuen van een populatie vindt competitie plaats om hulpbronnen uit de natuur als voedsel, licht, nestgelegenheid, water, enz''
Slide 14 - Tekstslide
Predatie
''Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier.''
Slide 15 - Tekstslide
Coöperatie
Samenwerking binnen een soort of tussen een soort.
Slide 16 - Tekstslide
Coöperatie
Het samenleven van organismen binnen verschillende soorten noem je symbiose.
Parasitisme
Commensalisme
Mutualisme
Slide 17 - Tekstslide
Symbiose
Langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten
Slide 18 - Tekstslide
Commensalisme
Vorm van symbiose waar de ene soort een voordeel heeft en de andere soort geen nadeelof voordeel.
Slide 19 - Tekstslide
Parasitisme
Vorm van symbiose waar ene soort voordeel en andere soort nadeel heeft.
Slide 20 - Tekstslide
Mutualisme
Een vorm van symbiose waarbij beide organisme een voordeel hebben.
Korstmos: Schimmel + algen
Kunnen niet zonder elkaar leven
Slide 21 - Tekstslide
Symbiose
Mutualisme: + / +
Commensalisme: + / 0
Parasitisme: - / +
Geen symbiose:
Competitie - / -
Predatie - / +
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht concurrentie en coöperatie
1. De klas wordt verdeelt in 6 groepjes.
2. Elk expertgroepje krijgt een tabel met een andere leefgemeenschap.
3. Discussieer in je groepje en vul de tabel in.
4. Lukt het niet of zijn jullie klaar? --> De verhalen worden uitgedeeld.