1. je leest de vraag: waar moet ik op letten?
2. je zoekt in het goede stukje tekst het antwoord (dit onderstreep je)
3. je schrijft het antwoord op bij de vraag
4. klaar met opdracht 2? dan maak je de andere opdrachten
5. klaar met alles? inleveren MET JE NAAM en een boek pakken