H1 Bevolking P4

H1 Paragraaf 4 Leeftijdsopbouw
-Je kunt een bevolkingsdiagram maken
- Je kunt een bevolkingsdiagram interpreteren (aflezen en onderbouwen) 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1 Paragraaf 4 Leeftijdsopbouw
-Je kunt een bevolkingsdiagram maken
- Je kunt een bevolkingsdiagram interpreteren (aflezen en onderbouwen) 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsdiagram
Aantal mannen/vrouwen?

Verhouding jong/oud?

Bevolkingsgroei/afname?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de bevolkingsdiagram en de naam naar het juiste land.
Japan
China
Bangladesh
Piramide
urn
toren

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afrika 1950
Afrika 2020 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Azië 1950
Azië 2020

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuid Amerika 1950
Zuid-Amerika 2020

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa 1950
Europa 2020 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijk de diagrammen van 1950 en 2020 per continent met elkaar. Zie je overal een verandering van samenstelling van de bevolking?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het werkende deel van de bevolking

In de vorige vraag heb je onderzocht welk continent het grootste aandeel mensen tussen de 20 en 65 jaar heeft. Dit is voor de economie van een land een belangrijke leeftijdsgroep, het is namelijk de groep die werkt. Deze groep ‘productieven’ is één van de groepen waarin een bevolking vaak ingedeeld wordt:


Jongeren van 0-20 jaar
Productieven (werkende mensen) 20-65 jaar
Ouderen 65+

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze verdeling zitten bijna alle werkende mensen in de groep ‘productieven’. De groepen ‘jongeren’ en ‘ouderen’ worden ook wel de ‘niet-productieven’ genoemd. De productieven verdienen geldt voor de niet-productieven, zo worden jongeren onderhouden door hun productieve ouders en ontvangen ouderen AOW waarvoor de productieve groep geld afdraagt aan de overheid.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verhouding tussen de productieve en niet-productieve bevolking noem je demografische druk. De niet-productieven voeren een financiële ‘druk’ uit op de productieven.
Demografische druk bestaat uit groene druk waarbij jongeren druk uitoefenen op de productieven. Daarnaast bestaat de grijze druk, dat de druk is die de ouderen op de productieven uitoefenen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk wat een langere termijn gevolg kan zijn van een lage groene druk in een land.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het voor de economie als een groot aandeel van de bevolking 65 jaar of ouder is?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Demografisch transitiemodel
- Bij een verandering van de bevolkingsgroei spreken we van een demografische transitie.

- Waardoor kan de bevolkingsgroei veranderen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografisch transitiemodel
- We kunnen deze verandering onderverdelen in 5 fasen. Als we landen over de hele wereld vergelijken, zien we dat de fasen waar de landen zich in bevinden heel verschillend is.

-  De voornaamste oorzaak voor deze verschillen is de welvaart.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling
- Veel Europese landen bevinden zich nu in fase 5 terwijl ontwikkelingslanden zich nog in een bevolkingsexplosie bevinden en daarmee in fase 2 zitten. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Demografisch Transitiemodel: Sleep de juiste hotspot naar de juiste plek in de grafiek
In deze fase sterven er veel mensen: Er is weinig geld voor gezondheidszorg, voedsel, veilig drinkwater en hygiëne
In deze fase stijgt het gemiddeld inkomen van een land. Daardoor worden basisvoorzieningen beter. Zo wordt de gezondheidszorg beter, wordt er gezorgd voor veilig drinkwater en worden veel meer mensen gevaccineerd. Hierdoor daalt het sterftecijfer. 
Er is een groot verschil tussen het geboorte- en sterftecijfer. Het sterftecijfer is laag, terwijl het geboortecijfer hoog is. Omdat er veel meer mensen worden geboren dan er sterven, groeit de bevolking enorm.  
Het land ontwikkelt zich verder. Meiden gaan langer naar school, gaan vaker werken en trouwen later. Hierdoor krijgen ze later kinderen en daalt het geboortecijfer. 
Op een gegeven moment hebben rijke landen een laag geboorte- en een laag sterftecijfer. Omdat ze ongeveer even laag zijn, groeit de bevolking nauwelijks. Veel rijke landen (zoals Nederland) zitten in deze fase. 
In de 5e fase stijgt het sterftecijfer weer. Niet omdat het land arm wordt of er oorlog uitbreekt, maar omdat de bevolking zo oud is geworden dat deze groep mensen komt te overlijden. Landen als Duitsland en Rusland zijn in deze fase beland. 

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

https://youtu.be/bapJU39SrDM

https://youtu.be/QGzf6mPDfG4
In welke fase van het demografisch transitiemodel zit Nederland?
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En in welke fase van het demografisch transitiemodel zit Indonesië?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 2/3

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de afbeelding hiernaast zie je een reclamecampagne van de Indonesische overheid om de enorme bevolkingsgroei in te dammen. De poster roept mensen op om niet meer dan 2 kinderen te krijgen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT VIND JIJ?
Moet de overheid zich bemoeien met het aantal kinderen dat mensen krijgen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken daling van het geboortecijfer
  • Welvaart neemt toe, dus zijn er minder kinderen nodig om te zorgen voor het gezinsinkomen
  • Mensen kunnen nu een pensioen opbouwen dus kinderen zijn niet meer nodig om later voor je te zorgen
  • Emancipatie van de vrouw: vrouwen gaan studeren en steeds meer werken, trouwen daardoor later en krijgen dan ook minder kinderen
  • Religie moderniseert. Het wordt minder als heilige plicht gezien om veel kinderen te hebben
  • Overheidscampagnes zoals de Dua Anak Cukup campagne 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies