Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Mens en Gezondheid
Een maaltijd bereiden en opdienen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welk begrip past bij de omschrijving: ‘Gedroogde onderdelen van geurige planten die vooral in tropische gebieden groeien’?
A
Houtige planten
B
Kruidachtige planten
C
Kruiden
D
Specerijen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen kruiden en specerijen?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Voor een recept heb je 0,8 deciliter (dl) water nodig. Op de maatbeker die je gebruikt, staat de maat in milliliters. Hoeveel milliliter water heb je nodig?
A
0,08 ml
B
8 ml
C
80 ml
D
800 ml
Slide 9 - Quizvraag
Welke snijtechniek is hier toegepast?
A
Brunoise
B
Chinoise
C
Julienne
D
Hakken
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet het snel klein snijden van producten zoals peterselie of noten?
A
Hakken
B
Raspen
C
Schaven
D
Snipperen
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel gram is een pond?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke bereidingstechniek wordt hier omschreven? ‘Je smelt in een open pan boter en laat de boter lichtbruin worden. Je schroeit het vlees aan beide kanten dicht. Daarna zet je de temperatuur laag en keer je het vlees regelmatig om.’
A
Bakken
B
Roerbakken
C
Gratineren
D
Stomen
Slide 17 - Quizvraag
Een product wordt snel en kort gekookt in een kookpan zonder deksel, om ze beetgaar te maken. Hoe heet deze bereidingswijze?
A
Blancheren
B
Glaceren
C
Stomen
D
Stoven
Slide 18 - Quizvraag
Bij welke temperatuur worden bitterballen gefrituurd?
A
Bij 60° C.
B
Bij 90° C.
C
Bij 100° C.
D
Bij 180° C.
Slide 19 - Quizvraag
Waarvoor is deze pan het meest geschikt?
A
Aardappelomelet bereiden.
B
Rundvlees stoven.
C
Soep uit blik opwarmen.
D
Stamppot bereiden.
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat is garneren?
A
Het mooi opmaken/afwerken van gerechten
B
Hetzelfde als dresseren
C
Het op smaak brengen van gerechten
D
Een kooktechniek
Slide 26 - Quizvraag
Waar bestaat een standaard couvert uit?
A
Bloemen, peper en zout, kaarsje of lichtje
B
Menukaart, tandenstokers, olie en azijn
C
Grote vork, groot mes, grote lepel, servet, side plate en wijnglas