herhalingsles

Thema 2: Voortplanting
Herhalingsles paragraaf 1 t/m 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Voortplanting
Herhalingsles paragraaf 1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  1. bespreken opdracht menstruatie 
  2. herhalen op jouw behoeften 
  3. afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

menstruatiecyclus

Slide 4 - Tekstslide

Voorste rijen
Ik wil deze les extra uitleg en herhaling van de vorige 2 paragrafen
Achterste rijen
Ik wil deze les zelf de stof doorlezen en een opdracht maken om dieper op de stof in te gaan 

Slide 5 - Tekstslide

Achterste rijen
Zelfstandig werken aan D-toets. 
Klaar? Nakijken 

Bij vragen overleggen op fluistertoon met buur- man/vrouw

Slide 6 - Tekstslide

Extra uitleg paragraaf 1 t/m 4

Slide 7 - Tekstslide

Inwendige geslachtsorganen
Urineblaas
In de urineblaas bevind zich urine. De urine verlaat de blaas via de urinebuis. 
Penis (eikel en voorhuid)
De penis is het meest herkenbare gedeelte van het mannelijk voortplantingsorgaan. De penis bestaat uit zwellichamen. Het lange gedeelte van de penis heeft geen specefieke naam. 
Het bovenste puntje noemen we de eikel, om de eikel heen bevind zich de voorhuid. De voorhuid is een velletje die de eikel beschermt. Tijdens een erectie trekt de voorhuid zich terug en wordt de eikel zichtbaar. 
De eikel is het gevoeligste gedeelte van de penis en speelt een grote rol bij seksualiteit.
Zaadleider
Vanuit de bijbal loopt er een buisje verder wat ook wel de zaadleider wordt genoemd, die vervolgens naar de lies en met een grote bocht richting de prostaat gaat. De zaadleider verbindt de bijbal met de urinebuis. Achter de prostaat komt de zaadleider samen met de afvoer van zaadblaasjes.  
Hoewel de urinebuis ook urine loost, is er een klep die de uitstroom van sperma en urine regelt. Tijdens de ejaculatie (klaarkomen) stroomt het sperma door de urinebuis uit de penis. Dit betekend dan ook dat er op dat moment geen urine vrij kan komen. Je kan dus nooit tegelijkertijd plassen en klaarkomen
Prostaat
De functie van de prostaat is het vervoer van zaadcellen bij het klaarkomen. Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. Daar worden ze vermengd met het prostaatvocht.
Zaadblaasje
Achter de prostaat komt de zaadleider samen met de afvoer van zaadblaasjes. Zaadblaasjes zijn klieren die spermavocht produceren. Dit vocht komt in de prostaat samen met de zaadcellen. 
Bijballen
Een man heeft dus twee zaadballen en twee bijballen. Zo'n bijbal bestaat uit een grote groep van zeer kleine buisjes en ligt als een soort kapje op de zaadbal. De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.
Teelballen
Je teelbal heeft twee duidelijke functies:
Het produceren van spermacellen voor de voortplanting.
Het produceren van het mannelijke hormoon testosteron.
Balzak
De balzak is een huidplooi waarin de teelballen liggen
Zwellichamen
Een zwellichaam is een sponsachtige groep spiercellen die zich kunnen vullen met bloed. Wanneer de bloedtoevoer veel wordt zwelt het orgaan zich op. (In dit geval de penis)
Urinebuis
De urinebuis is een lange buis vanuit de urineblaas tot het uiterste puntje van de penis. Bij de prostaat kan er in de urinebuis sperma worden toegevoegd. Let op! Urine en sperma kunnen nooit tegelijk door de buis heen lopen

Slide 8 - Tekstslide

Sperma: 
  • zaadcellen bestaan uit een kop en een zweepstaart. 
  1. Met zo'n zweepstaart kan de cel zich door de vrouw heen bewegen. 
  2. In de kop zit het genetisch materiaal. Hierin staan dus alle erfelijke eigenschappen die je van je vader meekrijgt. 
  • Sperma bestaat uit zaadcellen, voedingsstoffen en het vocht uit de zaadblaasjes en prostaat 
er zitten voedingsstoffen in sperma omdat de cellen soms wel een week moeten overleven in een vrouw

Slide 9 - Tekstslide

buitenkant vrouwelijk lichaam
als we de buitenkant van het vrouwelijke geslachtsdeel bekijken zien we hier de binnenste en buitenste schaamlippen. deze produceren slijm zodat de penis makkelijk naar binnne kan. 

de clitoris bevat vele zenuwuiteindes deze is dus zeer gevoelig.

de opening van de vagina bevat maagdenvlies

Slide 10 - Tekstslide

Baarmoeder.
De eicellen worden door de eileiders naar de baarmoeder vervoerd.
1
Eileider
Vanuit de eierstok komt een eicel in de eileider. Deze vervoert de eicellen richting de baarmoeder
2
Eierstok
In de eierstok ontwikkelen zich de eicellen. Dat begint in de pubertijd en eindigt vanaf ong. 50 jaar. Dan raakt een vrouw in de overgang. De overgang kan enkele jaren duren.
3
Urineblaas: Opslagplaats voor urine
4
Eierstok
Ongeveer eenmaal per 4 weken komt een eicel vrij uit de eierstok.
Dit heet ovulatie of eisprong. 
Meestal komt er om de beurt een eicel vrij uit een eierstok.
3
Urinebuis: vervoert urine
5
Vagina: Opening tussen de benen van een vrouw. Komt aan de binnenkant uit in de baarmoeder. Bij geslachtsgemeenschap komt het sperma in de vagina en 'zwemmen' de zaadcellen naar de baarmoeder en de eileiders. In de eileider kan bevruchting plaatsvinden.
6
Namen van de onderdelen leren 
en de functies kennen.
Bevruchting 

Slide 11 - Tekstslide

Rijping follikel (eicel)

1x in de 4 weken

Rijping duur 28 dagen

Eicel (reductiedeling)

gele lichaam blijft achter

Slide 12 - Tekstslide

Meiose ( reductiedeling)

Slide 13 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 14 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 18 - Tekstslide