Terugblik 8.2 & 8.3

Anorganische stoffen
Organische stoffen
CO2
C6H12O6
Koolhydraten
H2O
NH4+
Eiwitten
Vetten
Nitraat
1 / 10
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Anorganische stoffen
Organische stoffen
CO2
C6H12O6
Koolhydraten
H2O
NH4+
Eiwitten
Vetten
Nitraat

Slide 1 - Sleepvraag

Stikstofkringloop
plant neemt nitraat op
plant maakt aminozuren en daaruit eiwitten
Consument eet de eiwitten van de plant, verteert deze en maakt eiegen eiwitten
Dode dieren (en planten) geven eiwitten af aan de bodem
Bacterien in de bodem zetten eiwitten om in ammoniakgas dat ammonium wordt in de bodem; andere bacterien maken daar nitriet en nitraat van.

Slide 2 - Tekstslide

Waar haalt een producent de benodigde energie vandaan voor assimilatie en voor het blijven leven?
A
alleen uit zichzelf
B
alleen uit de zon
C
Uit zichzelf en uit de zon
D
Uit een ander organisme

Slide 3 - Quizvraag

Welke voedingsstof gebruiken consumenten als stikstofbron?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen

Slide 4 - Quizvraag

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 5 - Quizvraag

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F . 
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.


anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 7 - Quizvraag

Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum

Slide 8 - Quizvraag

Welke reducenten zullen ureum dissimileren tot ammoniak?
A
Nitraatbacteriën
B
Denitrificerende bacteriën
C
Urobacteriën
D
deammonificerende bacteriën

Slide 9 - Quizvraag

Door welke verstoring in de koolstofkringloop, krijgen we een versterkt broeikaseffect?
A
versnelling van snelle koolstofkringloop
B
versnelling van langzame koolstofkringloop
C
meer sterfte (vorming organische afval)
D
verwering van sedimenten

Slide 10 - Quizvraag