Voorbereiding toetsweek 2

monter à bord
le voyage
je souhaite la bienvenue
la voiture
l' équipe
haute vitesse
la voiture
une liaison directe
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

monter à bord
le voyage
je souhaite la bienvenue
la voiture
l' équipe
haute vitesse
la voiture
une liaison directe

Slide 1 - Tekstslide

Let bij het filmpje op:

wat wordt er verteld?
welke woorden kun je herleiden uit het Engels?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Let bij het filmpje op:

wat wordt er verteld?
welke woorden kun je herleiden uit het Engels/Nederlands?

Slide 4 - Tekstslide

moeilijk
bidden
de woestijn
de wijk
de dood
van de ochtend tot de avond
le desert
le mort
difficile
prier
le quartier
du matin au soir

Slide 5 - Sleepvraag

sinds
de brand
de klokken
de paus
de brandweer
de eerste keer
le pape
l'incendie
la première fois
les pompiers
depuis
les cloches

Slide 6 - Sleepvraag

  • opbouw toets TW2
  • vragen leerstof TW
  • individueel oefenen voor TW
  • bonusvragen TW - quizz
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik wat ik op de TW toets kan verwachten
  • heb ik geoefend met de TW leerstof

Slide 7 - Tekstslide

Toets opbouw TW2
woorden F-N vertalen in zin (6p)
woord kiezen uit 2 NL woorden, plaatsen in zin (6p)
Let op: ev, mv, bez. vnw

Bijvoorbeeld:
Ma soeur Pia a seize ans.
Il organise une fête/ des fêtes.

Slide 8 - Tekstslide

Toets opbouw TW2

10 woorden N-F in zin vertalen (10p)
het kind 
de uitnodiging
de zoon

Juiste Franse woord in zin bepalen (10p)



Slide 9 - Tekstslide

Toets opbouw TW2

Les verbes (ww-er, re, aller en faire) (10p)



hele ww
persoon
présent
pc
futur (keuze)
danser
je
danse
faire
elle
elle a fait

Slide 10 - Tekstslide

werkwoorden met avoir/être vervoegd passé composé? 

-er
-re
faire
aller 

Wij hebben gedaan/gemaakt - Wij zijn gegaan

Slide 11 - Tekstslide

Toets opbouw TW2
Zet zinnen in de futur proche of simple, kies uit tabel (8p)

Voorbeeld:
Ce soir, on mangera une pizza.
Demain, je..............................
hele ww
woorden om zin mee af te maken
manger
une salade

Slide 12 - Tekstslide

Toets opbouw TW2
Zet de werkwoorden tussen haakjes in de juiste tijd. Kijk goed naar het verhaal (9 p)

Kies uit présent, passé composé, futur

Kijk ook in de triche-o-thèque

Slide 13 - Tekstslide

Toets opbouw TW2
écire une annonce

Schrijf een tekst van ongeveer 120 woorden, waarin je jezelf voorstelt aan een Franstalige leeftijdsgenoot.

Bonusvragen: cultuur
Einde van de les oefenvragen

Slide 14 - Tekstslide

We gaan even oefenen
quizz
tijden (présent, passé composé, futur)
bezittelijk vnw (mon, ma, mes, etc.)
vocabulaire

Slide 15 - Tekstslide

Normalement, je........(aller) à l'école à pied.

Slide 16 - Open vraag

Demain, je ..... (aller) à l' école en voiture.

Slide 17 - Open vraag

À Noël (2024), il .....(manger) beaucoup.

Slide 18 - Open vraag

Marie aime (haar vader)

Slide 19 - Open vraag

Josephine aime (haar zoon)

Slide 20 - Open vraag

Marie aime (haar ouders)

Slide 21 - Open vraag

het kind
de jongere
de dochter
de leeftijd
de zoon
de verjaardag
la fille
le fils
l' enfant
le/la jeune
l'âge
l' anniversaire

Slide 22 - Sleepvraag

le bac

Slide 23 - Open vraag

verbeteren

Slide 24 - Open vraag

vloeiend spreken

Slide 25 - Open vraag

Bonusvragen culture
pages 50-51

Slide 26 - Tekstslide

Op welke plaats staat het Frans in de lijst van wereldtalen, wat betreft het aantal sprekers?
A
Op de vierde plaats
B
Op de vijfde plaats
C
Op de zesde plaats

Slide 27 - Quizvraag

Op hoeveel continenten wordt Frans gesproken als officiële of tweede taal?
A
op drie continenten
B
op vier continenten
C
op vijf continenten

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel mensen ter wereld spreken Frans?
A
ruim 170 miljoen mensen
B
ruim 270 miljoen mensen
C
ruim 370 miljoen mensen

Slide 29 - Quizvraag

Noteer 3 wereldorganisaties die officieel de Franse taal gebruiken.

Slide 30 - Open vraag

Le français - une langue culturelle
Op welke gebieden speelt Frankrijk een grote rol?

Slide 31 - Open vraag

Bekijk vlaggen
Lees de namen van de landen die erbij horen.
Geef voor elk land aan:
 of er wel of geen Frans wordt gesproken als officiële of tweede taal.

Slide 32 - Tekstslide

L’Afrique du Sud
A
Wel Frans
B
Geen Frans

Slide 33 - Quizvraag

L'Algérie
A
Wel Frans
B
Geen Frans

Slide 34 - Quizvraag

Canada
A
Wel Frans
B
Geen Frans

Slide 35 - Quizvraag

Le Luxembourg
A
Wel Frans
B
Geen Frans

Slide 36 - Quizvraag

Hoe heet het zuidelijke deel van België waar men Frans spreekt?

Slide 37 - Open vraag

In welk Franstalig land speelt deze film zich af?
A
Mali
B
Congo
C
Sint-Maarten
D
Madagascar

Slide 38 - Quizvraag


A
Madagascar
B
Le Luxembourg
C
Le Niger
D
La Côte d'Ivoire

Slide 39 - Quizvraag


A
Le Canada
B
Les Comores
C
La Suisse
D
Le Mali

Slide 40 - Quizvraag


A
Les Seychelles
B
la suisse
C
Le Sénégal
D
Le Tchad

Slide 41 - Quizvraag


A
Le Mali
B
Le Bénin
C
Le Cameroun
D
Les Seychelles

Slide 42 - Quizvraag

Waarom wordt er zoveel Frans gesproken in Afrika?
A
Omdat Frans een mooie taal is
B
omdat het een officiële taal van de VN is
C
Omdat een groot deel van Afrika gekoloniseerd was door de Fransen
D
omdat Frans overal in Afrika een school vak is

Slide 43 - Quizvraag

Het aantal mensen dat Frans spreekt als voertaal zal toenemen van 274 miljoen naar...
A
300 miljoen
B
450 miljoen
C
500 miljoen
D
750 miljoen

Slide 44 - Quizvraag

Waardoor verwacht men deze enorme toename?
A
door het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU
B
doordat ze in heel België Frans gaan praten
C
doordat er in Frankrijk veel kinderen worden geboren
D
door een grote bevolkingstoename in Franstalig Afrika

Slide 45 - Quizvraag

Fais ton choix
Oefenblad leerdoelencheck: kies zelf de onderwerpen 
Ganzenbord (algemene vragen toets)

Slide 46 - Tekstslide

Le prochain cours de français
Waar heb je nog uitleg voor nodig?
Waar wil je extra mee oefenen?
?

Slide 47 - Tekstslide

Pratiquer - parler
Pendant les vancances, j'ai fait du sport. J'ai joué au tennis. Et j'ai fait la cuisine. J'ai fait de la soupe de tomates. je suis allée au musée. 

Qui dans la classe a aussi fait du sport
et qui a aussi fait la cuisine
Qui est allé au musée? Qui est allé au cinéma?

Slide 48 - Tekstslide

  • écouter (woordenschat)
  • toetsweek bonusvragen 
  • vragen TW?
  • zelfstandig werken
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik mijn woordenschat vergroot
  • heb ik geoefend met cultuurvragen
  • heb ik geleerd voor de toetsweek

Slide 49 - Tekstslide

Van welk land is dit het wapenschild?

Slide 50 - Open vraag

Bienvenu(e)s! Fijn je weer te zien!

Slide 51 - Tekstslide

Mes bonnes résolutions sont de .....
Ma bonne résolution est de .....
Ik heb geen goede voornemens
 
... en français...

regarder plus de films français

Slide 52 - Tekstslide