Literatuurgeschiedenis 2
1 / 17
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vrijdag, 8 december moeten jullie het PO inleveren. Hoever zijn jullie NU?
We moeten eigenlijk nog beginnen.
We zijn (ongeveer) halverwege.
We zijn bijna klaar.
Slide 2 - Poll
Op het vwo moet de leerling zijn literair-historische competentie ontwikkelen.
Wat vind jij van literatuurgeschiedenis?
Wat vind jij van literatuurgeschiedenis?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Ik maak tijdens de literatuurlessen zelfstandig aantekeningen.
Nooit
Soms
Altijd
Slide 4 - Poll
In de 16e eeuw splitst in Europa de katholieke kerk zich. Naast katholieken komen er ook....
A
hindoes
B
moslims
C
protestanten
D
boeddhisten
Slide 5 - Quizvraag
Renaissance en humanisme zijn twee namen die betrekking hebben op een verandering in mentaliteit en cultuur.
Op welke historische periode grijpen beide terug?
Op welke historische periode grijpen beide terug?
Slide 6 - Open vraag
Een humanist is een mens die...
A
pessimistisch op zoek gaat naar zijn eigen waarden, niet gestimuleerd door de ideeën van de klassieke filosofen
B
optimistisch op zoek gaat naar zijn eigen waarden, niet gestimuleerd door de ideeën van de klassieke filosofen
C
pessimistisch op zoek gaat naar zijn eigen waarden, gestimuleerd door de ideeën van de klassieke filosofen
D
optimistisch op zoek gaat naar zijn eigen waarden, gestimuleerd door de ideeën van de klassieke filosofen
Slide 7 - Quizvraag
Tijdens de renaissance werd het middeleeuwse godsdienstige thema 'memento mori' vervangen door:
Slide 8 - Open vraag
Welke Nederlandse stad groeit rond 1600 enorm?
A
Maastricht
B
Den Bosch
C
Den Haag
D
Amsterdam
Slide 9 - Quizvraag
Amsterdam groeide rond 1600 enorm, omdat ........
A
er veel vluchtelingen voor oorlogsgeweld, geloofsvervolging en werkzoekenden kwamen.
B
de regering zich hier vestigde en er veel vluchtelingen voor geloofsvervolging kwamen.
C
er een bloeiende porseleinindustrie ontstond en veel kunstenaars uitweken naar Amsterdam.
D
Maarten Luther met vele volgelingen neerstreek in Amsterdam.
Slide 10 - Quizvraag
In de renaissance wilde men het werk van de klassieken evenaren of verbeteren.
Vier termen zijn hierbij belangrijk:
'vertalen/nabootsen/verbeteren/zelf scheppen':
Vier termen zijn hierbij belangrijk:
'vertalen/nabootsen/verbeteren/zelf scheppen':
A
translatio, imitatio, veto, creatio
B
translatio, imitatio, aemulatio, creatio
C
translatio, imitatio, casu quo, creatio
D
translatio, imitatio, de facto, creatio
Slide 11 - Quizvraag
Twee bekende namen in Amsterdam waren:
'Wit Lavendel' en 'De Egelantier'.
Wat waren dit?
'Wit Lavendel' en 'De Egelantier'.
Wat waren dit?
Slide 12 - Open vraag
Samuel Coster vond het rederijkerstoneel te traditioneel.
Hij richtte daarom in 1617 .........op.
Hij richtte daarom in 1617 .........op.
A
De Amsterdamse Schouwburg
B
De Verenigde Oostindische Compagnie
C
De Nederduytsche Academie
D
De Egelantier
Slide 13 - Quizvraag
Aristoteles vormde regels voor de klassieke tragedie. Een klassieke tragedie....
A
bestaat uit 3 bedrijven en er moet soms eenheid van tijd, plaats en handeling zijn.
B
bestaat uit 3 bedrijven en er moet altijd eenheid van tijd, plaats en handeling zijn.
C
bestaat uit 5 bedrijven en er moet soms eenheid van tijd, plaats en handeling zijn.
D
bestaat uit 5 bedrijven en er moet altijd eenheid van tijd, plaats en handeling zijn.
Slide 14 - Quizvraag
'Warenar' werd in 1617 voor het eerst opgevoerd en is een ...
A
landjuweel
B
klucht
C
komedie
D
tragedie
Slide 15 - Quizvraag
De uitleg over de reader literatuurgeschiedenis is tot nu toe duidelijk.
JA
NEE
SOMS
