voorlichting beco (aangepast)

Profielkeuze voorlichting 4V
ECONOMIE & BEDRIJFSECONOMIE
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Profielkeuze voorlichting 4V
ECONOMIE & BEDRIJFSECONOMIE

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

ECONOMIE
  • De economie van het hele land (macro)
  • Inkomsten en uitgaven van de overheid
  • De oorzaken van werkloosheid
  • Het voorkomen van inflatie
  • Gedrag van consumenten (micro)
 BEDRIJFSECONOMIE
  • Wat er binnen een organisatie gebeurt
  • Financiering
  • Financiële verslaggeving
  • Marketing
  • Financiële zelfredzaamheid; hypotheken lenen, scheiden, erven

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vervolgopleidingen VWO

Bijvoorbeeld:
- Economie                                             - Hotelmanagement
- Bedrijfseconomie                            - Logistiek management
- International Business                  - Personeelsopleidingen
- Business Analytics                          - Marketingopleidingen
- Fiscaal recht                                       - Makelaardij
- Accountancy                                      - Toerisme

Slide 14 - Tekstslide

Succes met kiezen!

Slide 15 - Tekstslide

Succes met kiezen!

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht uit VWO 4
Bedrijfseconomie

Slide 17 - Tekstslide

Casus in groepjes van 2 of 3 leerlingen

Slide 18 - Tekstslide

Wat was nou het verschil tussen economie en bedrijfseconomie?
A
economie en bedrijfseconomie zijn eigenlijk hetzelfde.
B
bedrijfseconomie gaat dieper in op 1 bedrijf en het bedrijfsleven en economie gaat over alle bedrijven/geld/werkeloosheid bij elkaar.
C
bedrijfseconomie heb je alleen nodig als je een bedrijf wilt starten. Economie heb je over het algemeen altijd wel nodig.
D
economie gaat over alles en bedrijfseconomie gaat alleen over hoe je bedrijven opricht.

Slide 20 - Quizvraag

Heb je interesse om Economie of Bedrijfseconomie te kiezen?
A
Ja, Economie
B
Ja, Bedrijfseconomie
C
Ja, Beiden

Slide 21 - Quizvraag

Van Bedrijfseconomie verwacht ik
A
veel slaaptijd
B
ik ben al een ondernemer dus tja.. niet veel dus
C
basis leggen van kennis hoe bedrijven werken
D
veel: ik wil ondernemer worden

Slide 22 - Quizvraag

Bij bedrijfseconomie gaat het om de volgende onderwerpen:
A
vraag en aanbodlijnen, werkloosheid, hypotheken
B
boekhouden, hypotheken, marketing
C
gevangenenprobleem, marketing, hypotheken

Slide 23 - Quizvraag

Welk onderdeel van Bedrijfseconomie spreekt jou het meeste aan?
A
Persoon (Rechten en plichten)
B
Ondernemer
C
Rechtspersoon (Werknemer)

Slide 24 - Quizvraag

Het vak bedrijfseconomie heet eigenlijk:
A
Bedrijfseconomie, management en organisatie
B
Bedrijfseconomie, ondernemerschap & financiële zelfredzaamheid
C
Bedrijfseconomie, organisatie en management
D
Bedrijfseconomie, organisatie en financiën

Slide 25 - Quizvraag

Welke leerlingen hebben iets aan het vak Bedrijfseconomie, volgens haar sectie?
A
Alleen leerlingen met een technische studie.
B
Alleen leerlingen met een bestuurlijke studie.
C
Alleen leerlingen die ondernemend willen worden.
D
Alle leerlingen die een rol spelen in de maatschappij.

Slide 26 - Quizvraag

Bedrijfseconomie is een belangrijk vak, omdat
A
je vooral leert hoe je een eigen bedrijf moet oprichten
B
je leert handelen met aandelen en dus rijk kunt worden
C
we steeds meer financiële beslissingen moeten nemen
D
je leert hoe je je spaargeld het beste kunt beleggen

Slide 27 - Quizvraag

Bedrijfseconomie houdt zich bezig met vraagstukken op het gebied van:
A
de hoogte van de nationale besparingen
B
de werkgelegenheid
C
de kosten van het voorbrengen van een product of dienst
D
de groei van het nationaal inkomen

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent economie?
A
Geldkunde
B
Bezunigingskunde
C
Huishoudkunde
D
Begrotingskunde

Slide 29 - Quizvraag

Waar gaat het vak economie over? Economie bestudeert:
A
De keuzes die worden gemaakt bij het inzetten van schaarse middelen
B
het verschil tussen welvaart en welzijn
C
Hoe het welzijn van de mensen in een land is
D
het bevredigen van dagelijkse behoeften

Slide 30 - Quizvraag

Economie is een
A
exact vak
B
maatschappij vak
C
een taal
D
een kunstvak

Slide 31 - Quizvraag

Economie ...
A
... gaat alleen maar over geld
B
... gaat over keuzes maken
C
... gaat over mensen

Slide 32 - Quizvraag

Wat is economie?
A
Vrede en stabiliteit
B
Vrij verkeer van personen
C
Handelen en geld verdienen
D
Grenzen weg

Slide 33 - Quizvraag

Ik ga het vak Bedrijfseconomie (hoogstwaarschijnlijk) kiezen.
JA
NEE
Weet ik nog niet

Slide 34 - Poll