present perfect vs past simple

Present Perfect vs Past Simple
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect vs Past Simple

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect vs past simple

Slide 3 - Tekstslide

signal words
Present perfect vs past simple
Present perfect
Past simple
have/has + voltooid deelwoord
werkwoord + ed (of onregelmatig)
Bij ? / -              DID(n't) + hele ww
Acties die zijn begonnen in het verleden die nu nog doorlopen/waar je nu nog resultaat van merkt 
afgelopen acties in het verleden
signaalwoorden: For, Yet, Never, Ever, Just, Already (Always), Since FYNE JAS
signaalwoorden: When, ... Ago, Last ... , Date (in 2010), Yesterday, etc.  WALDY

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect vs Past Simple

(-) She ... (NOT - to bring) her lunch yesterday.
A
didn't bring
B
brings
C
haven't brought
D
brought

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect vs past simple
My sisters (do- not) anything since this morning.
A
hasn't done
B
didn't do
C
haven't done
D
has done

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect vs past simple
My mother _____ (not+ to do) anything since this morning
A
hasn't done
B
didn't do
C
doesn't do
D
has done

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect vs Past Simple

She ______ (not + to bring) her lunch yesterday.
A
didn't bring
B
brings
C
haven't brought
D
brought

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect vs Past Simple?

Last weekend, my family and I _______ on a ski holiday to Austria.
A
have gone
B
went

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect vs Past simple:

In 2000 he __________ (become) a policeman.
A
became
B
has become
C
have become
D
has became

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect vs Past Simple?

We ( have visited / visited) that ski resort since I was about 10.
A
have visited
B
visited

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect vs Past Simple?

We ( have visited / visited) that ski resort about 10 years ago.
A
have visited
B
visited

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect vs Past Simple

Sarah ______ (never - to eat) an apple.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple vs. Present Perfect
My grandfather still ___ (not tell) us the story of his youth.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present perfect vs past simple

The policeman ____ (not - to arrest) anyone yet.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple vs present perfect
They .... (release) a new album last week.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present perfect vs past simple

They ____ (to move) to New York five years ago.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies