Nask 4TL 10.1 Krachten

10.1 Krachten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.1 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert:
  • verschillende krachten noemen;
  • drie gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  • een kracht tekenen als een pijl met een grootte, richting en aangrijpingspunt;
  • newton (N) gebruiken als eenheid van kracht;
  • een krachtenschaal toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Noteer 3 woorden waar je aan denkt bij het horen van het woord kracht.

Slide 3 - Woordweb

Krachten
Waaraan kun je zien
dat er een grote
kracht werkt?

Slide 4 - Tekstslide

Effecten van krachten
  • De vorm van een voorwerp kan veranderen (plastisch of elastisch)
  • De richting van een voorwerp kan veranderen.
  • De snelheid van een voorwerp kan veranderen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Soorten krachten
  • Spierkracht (Fs)
  • Spankracht (Fspan)
  • Wrijvingskracht (Fw)
  • Veerkracht (Fv)
  • Magnetische kracht (Fm
  • Elektrische kracht (Fel)

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak 10.1 opdracht 1 t/m 8 
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 10.1 nogmaals door
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak opdracht 9
  • Ook daarmee klaar? Maak opdracht 10 t/m 15

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

kracht meten
  • Krachtmeter (veerunster)
  • Eenheid van kracht = Newton (N)
  • Elke krachtmeter ander meetbereik
  • Hoe groter de kracht hoe meer de veer uitrekt

Slide 9 - Tekstslide

Krachten tekenen
Teken een kracht als een vector (pijl) met een:
  • A: aangrijpingspunt
  • B: richting
  • C: grootte

A
B
C

Slide 10 - Tekstslide

Aangrijpingspunt van een kracht!
Belangrijk!
Contactpunt tussen twee voorwerpen - aangrijpingspunt waar de voorwerpen elkaar raken

Geen contactpunt tussen twee voorwerpen - aangrijpingspunt is het zwaartepunt (midden van het voorwerp) (ook bij de zwaartekracht!)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Krachtenschaal
Komt overeen met

Slide 13 - Tekstslide

Nettokracht
- krachten die in dezelfde richting wijzen, tel je bij elkaar op.
- krachten die in tegengestelde richting wijzen, haal je van elkaar af.

Slide 14 - Tekstslide

Nettokracht






krachten die in dezelfde richting wijzen, tel je bij elkaar op

Slide 15 - Tekstslide

Nettokracht






krachten die in tegengestelde richting wijzen, haal je van elkaar af.

Slide 16 - Tekstslide

Nettokracht 







krachten die in tegengestelde richting wijzen, haal je van elkaar af.

Slide 17 - Tekstslide

Nettokracht

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak 10.1 opdracht 1 t/m 8 + 10 t/m 16 + 19 t/m 28
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 10.1 nogmaals door
  • Tijd? 15 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak opdracht 9 + 17 + 18 + 29
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 20 - Sleepvraag


Slide 21 - Open vraag

Welke krachten werken er?

Slide 22 - Open vraag

Noem de 3 effecten van een kracht.

Slide 23 - Woordweb

bij een tekening in een natuurkundeboek staat: "De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 5 N."
Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 24 - Open vraag

Welke waarde heeft g op (of dicht daarbij) het aardoppervlak?

Slide 25 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl

Slide 26 - Quizvraag


Hoe groot is de kracht die op de bal wordt uitgeoefend.
A
50N
B
2,6 cm
C
19,2N
D
130N

Slide 27 - Quizvraag

De schaal van een getekende pijl is 1 cm ≙ 3,5N. De getekende pijl is 7 cm lang. Hoe groot is de kracht?
A
24,5N
B
2N
C
0,5N
D
30,5N

Slide 28 - Quizvraag

De rode pijl geeft de zwaartekracht van van het bankje aan. Het bankje heeft een massa van 35 kg.
De krachtenschaal is 1cm ≙ 50N
Hoe lang moet de pijl zijn.

A
0,7cm
B
3,5 cm
C
7 cm
D
70 cm

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt:
  • verschillende krachten noemen;
  • drie gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  • een kracht tekenen als een pijl met een grootte, richting en aangrijpingspunt;
  • newton (N) gebruiken als eenheid van kracht;
  • een krachtenschaal toepassen.

Slide 30 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll