week 15 les 1 - veronderstelling/belofte/futuro imperfecto

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Hacer conjeturas
  • Hacer promesas
  • El futuro imperfecto
Miércoles, 13 de abril
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Hacer conjeturas
  • Hacer promesas
  • El futuro imperfecto
Miércoles, 13 de abril

Slide 1 - Tekstslide

Vamos a leer






  • Luego contesta las preguntas del ejercicio 4
  • Haz el ejercicio 5
LA: pág. 85

Slide 2 - Tekstslide

Hacer conjeturas
¿Cómo se dice en español?
LA: pág. 86
Veronderstellingen/aannames doen.
  • Creo que
  • Me imagino que
  • Supongo que

Slide 3 - Tekstslide

Hacer conjeturas

  • Creo que mañana lloverá. Ik denk dat het morgen regent 
  (lett. zal regenen)
  • Me imagino que no podremos ir al campo. Ik neem aan dat we niet
  naar het platteland kunnen gaan.(lett. zullen kunnen gaan)
  • Supongo que nos quedaremos en casa. Ik ga ervan uit dat we 
  thuis zullen blijven./Ik veronderstel......
¿Cómo se dice en español?
LA: pág. 86
Veronderstellingen/aannames doen.

Slide 4 - Tekstslide

Hacer promesas
¿Cómo se dice en español?
LA: pág. 87
Beloftes doen.
  • Te prometo que
  • Te juro que
  • Te lo prometo/juro
  • ¡Prometido!
  • Te doy mi palabra
  • Lo haré sin falta 

Slide 5 - Tekstslide

Hacer promesas
  • Te prometo que
  • Te juro que
  • Te lo prometo/juro
  • ¡Prometido!
  • Te doy mi palabra
  • Lo haré sin falta 
LA: pág. 87
Beloftes doen.
  • Ik beloof je dat...
  • Ik verzeker je dat...
  • Ik beloof het je/verzeker het je.
  • Beloofd!
  • Ik geef je mijn woord.
  • Ik doe het zeker/beslist.
¿Cómo se dice en español?

Slide 6 - Tekstslide

Vamos a escuchar
Ej. 4
LA: pág. 87

Slide 7 - Tekstslide

El futuro imperfecto
De futuro imperfecto gebruik je om voorspellingen en beloftes te doen. 

Tranquila, mañana te traeré el libro. ¡Prometido!
Rustig, morgen zal ik het boek terugbrengen. Beloofd!

De mayor, seré profesor y me casaré con una princesa.
Als ik groot ben word ik docent en trouw ik met een prinses.
LA: pág. 90

Slide 8 - Tekstslide

El futuro imperfecto verbos regulares






Je gebruikt dus de infinitief als stam en plakt de uitgangen erachter. De -AR, -ER en -IR werkwoorden hebben allemaal dezelfde uitgangen. Let op de accenten!
LA: pág. 90

Slide 9 - Tekstslide

El futuro imperfecto verbos irregulares
De onregelmatige werkwoorden hebben een onregelmatige stam
Hierachter komen dezelfde uitgangen als bij de regelmatige werkwoorden. 
tener --> tendr-
poder --> podr-
poner --> pondr-
venir --> vendr-
salir --> saldr-
valer --> valdr-
LA: pág. 90
caber --> cabr-
haber --> habr-
saber --> sabr-
hacer --> har-
decir --> dir-
querer --> querr-

Slide 10 - Tekstslide

Vamos a trabajar
LA: pág. 86 ej. 1, 2, 3
pág. 90 ej. 1 y 2
LE: ej. 5.3, 5.5, 5.11, 5.12, 5.13, 5.14, 5.15

Slide 11 - Tekstslide