Welke vragen heb je over 2.1? Typ een woord of nummer van opgave.
Slide 7 - Woordweb
welke groepen voedingsstoffen ken je?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.
bouwstoffen; energie
brandstoffen; groei en herstel
reservestoffen; opslag
beschermende stoffen; zorgen dat je niet ziek wordt
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Een fles cola is een voorbeeld van een...
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel
Slide 16 - Quizvraag
Bouwstoffen worden gebruikt om...
Slide 17 - Open vraag
Koolhydraten zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen
Slide 18 - Quizvraag
Spelers van Ajax eten vaak een paar uur voor de wedstrijd veel Spaghetti. Waarom zouden ze dit doen?
Slide 19 - Open vraag
Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van beschermende stoffen?
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Eiwitten
Slide 20 - Quizvraag
Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van bouwstoffen?
A
Mineralen
B
Water
C
Vitaminen
D
Eiwitten
Slide 21 - Quizvraag
Welke voedingsstof zorgt ook voor het vervoer van andere stoffen door het lichaam?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Water
Slide 22 - Quizvraag
Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.
Deze zijn allemaal te plaatsen in de verschillende groepen die we net behandeld hebben.
Slide 23 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Te verteren voedingsstoffen (te groot)
Koolhydraten
eiwitten
vetten
Kant en klare voedingsstoffen
Vitamines
Mineralen
Water
Slide 24 - Tekstslide
eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen
Teveel aan eiwitten?
brandstof
reservestof (vet)
cytoplasma
spieren
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
In je lichaam worden eiwitten opgebouwd uit aminozuren. In welke organellen vindt de synthese van eiwitmoleculen uit aminozuurmoleculen plaats?
Slide 28 - Open vraag
koolhydraten
* brandstof + bouwstof
- suikers (glucose), zetmeel,
voedingsvezels en glycogeen
(tijdelijk opgeslagen glucose)
Teveel aan koolhydraten?
* als reservestof (vet)
.
Slide 29 - Tekstslide
vetten
* brandstof
* bouwstof
* reservestof
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
water
* bouwstof vervoer van stoffen.
Het menselijk lichaam bestaat uit 60% water.
Te veel? Plassen maar!
Welke organen zijn daarbij belangrijk?
Horen die bij het verteringsstelsel?
Slide 32 - Tekstslide
mineralen
Mineralen zijn bouwstoffen en dienen ook als beschermende stof.
Mineralen worden ook wel zouten genoemd.
Calcium (kalk)
Natrium
Magnesium
IJzer
Slide 33 - Tekstslide
vitamines
Het zijn bouwstoffen
Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
Er zijn dertien verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D en K zijn de bekendste
Te veel vitamines werken vergiftigend!
In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek
In gezond eten zitten alle vitamines mooi verdeeld
Slide 34 - Tekstslide
voedingsvezels
- geen voedingsstof: dus niet nodig als brand, bouw of reservestof
- stimuleert de darmen
- voorkomt obstipatie ( verstopping)
- zorgen voor een verzadigd gevoel
- in plantaardige voedingsmiddelen
- voedingsvezels worden zelf niet verteerd
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
overzicht voedingsstoffen en functies
Slide 37 - Tekstslide
Waardoor kan een vegetariër in Zuid-Amerika ziek worden als hij alleen maar bonen eet en geen maïs?
Slide 38 - Open vraag
Ralph eet veel vlees en vleeswaren. Hierdoor krijgt hij met zijn voedsel veel meer eiwitten binnen dan hij nodig heeft. Wat gebeurt er met het teveel aan eiwitten dat Ralph binnenkrijgt?
Slide 39 - Open vraag
vertering
Slide 40 - Tekstslide
inslikken
verteren
absorptie
uitscheiden
mechanische vertering
stukken voedsel
kleine moleculen
moleculen gaan cellen binnen
onverteerd materiaal
chemische vertering met behulp van enzymen
Slide 41 - Tekstslide
to do
* klassencode noteren: 823914
* bespreken vragen 2.1
* inleiding 2.2
* verder werken aan 2.2 opdracht 1 t/m 10
* huiswerk: voorbereiden practica blz. 156 - 160.
* eventueel al werken aan 2.3!
Slide 42 - Tekstslide
geef deze les een cijfer tussen 1 - 10
Slide 43 - Woordweb
Wat moet er gebeuren zodat het een hoger cijfer wordt?
vit K kan lichaam zelf niet maken, maar de bact in je di darm
vit A kan lichaam maken indien via voeding Betacaroteen binnen komt
vit C en B moet je via voeding binnen krijgen
Slide 46 - Tekstslide
Voedingsstoffen en hun functie
Vitamines (Bouwstof, Beschermende stof)
Bij een tekort aan vitamines zal je ziek worden. Het is niet zo dat je alle vitamines uit groente en fruit komen. Sommige zitten in bijvoorbeeld vlees of vis. Zorg daarom dat je gevarieerd eet!
Slide 47 - Tekstslide
Energie behoefte
Kilojoule
(Kj)
Kilocalorie (kcal)
Slide 48 - Tekstslide
2.1 deel 3 energie
eenheden: energie uit brandstof: Kilojoule KJ en Kcal
verschil Kj en Kcal? (zie ook 2.4)
je moet een berekening kunnen maken, oefen opgaven