Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleven veel landen neutraal. Dit betekent dat een land geen kant kiest bij een oorlog.
Landen zoals Nederland bleven neutraal.
Dit betekende niet dat Nederland het effect niet voelden van de Grote Oorlog(WO1).
Slide 9 - Tekstslide
Neutraliteit
Dankzij de Grote Oorlog kreeg Nederland problemen met de economie en handel.
Nederland moest ook ineens veel vluchtelingen opvangen. Zoals Belgen, Fransen en zelfs Russen.
Door deze vluchtelingen gingen de Duitser elektrische draad langs de grens plaatsen genaamd dodendraad.
Slide 10 - Tekstslide
Wat betekent neutraliteit?
A
De ideeën van een politieke partij.
B
Bevriende landen die elkaar helpen als er oorlog komt.
C
Landen die niet meededen met de (Eerste Wereld)oorlog.
D
Iemand die in zijn eentje de baas is van een land.
Slide 11 - Quizvraag
Leven in de loopgraven
Jonge mannen gingen blij en hoopvol de oorlog in 1914. Ze dachten dat ze voor Kerst thuis zouden zijn.
Ze waren niet klaar voor de horror van oorlog.
Jonge mannen hoorden dagen lang ontploffingen van granaten en het geluid van geweren.
Vele van de mannen kregen last van Shellshock. Ook wel PTSS genoemd.
Slide 12 - Tekstslide
Leven in de loopgraven
Soldaten zaten dag in dag uit in loopgraven. In deze loopgraven lag altijd een water, meestal tot je knieën.
Overdag moest je uitkijken voor vliegtuigen, granaten en aanvallen van de vijand. In de avond was er altijd de kans op een verrassingsaanval van stormtroepen die de loopgraven inslopen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Maken Huiswerk
Wat ? : Je gaat zelfstandig beginnen met het maken van de Leerdoelen: 2.2 onderdeel D