Overal Oorlog

Overal oorlog
Tijdvak negen: Tijd van Wereldoorlogen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Overal oorlog
Tijdvak negen: Tijd van Wereldoorlogen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
  •  Wat gaan we vandaag leren?/opdracht(10 minuten)
  • Uitleg: Overal oorlog(20 minuten).  
  • Opdracht maken: Learnbeat (10 minuten) 
  • Afsluiten van de les(10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren? 
  • Aan het einde van de les weten wie meededen aan de Eerste Wereldoorlog. 
  •  Aan het einde van de les weten we waarom Nederland neutraal beleeft. 
  • Aan het einde van de les weten we hoe het leven was in de loopgraven. 

Slide 3 - Tekstslide

                    Sidney Lewis

Slide 4 - Tekstslide

Deelnemers WO1
  • De centrale machten bestonden uit de volgende landen: Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije, Ottomaanse rijk en Bulgarije.  
  • Deze landen vormden samen de centrale machten. 
  • Doel: De geallieerden verslaan en Servië verdelen tussen Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije. 

Slide 5 - Tekstslide

Deelnemers WO1
  • De geallieerden bestond uit  de volgende landen: Engeland, Frankrijk, Rusland en later de Verenigde Staten. 
  • Deze landen vormden samen de geallieerden.
  • Doel: Vernietigen van Duitsland leger, Oostenrijk-Hongarije opsplitsen en het Ottomaanse rijk verdelen tussen de geallieerden.  

Slide 6 - Tekstslide

Welke landen zaten in de Centrale machten?
A
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Ottomanen, Bulgarije.
B
Nederland, Duitsland, Verenigde Staten.
C
Oostenrijk-Hongarije, Finland, Italië, Spanje
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten.

Slide 7 - Quizvraag

Welke landen zatten bij de geallieerden?
A
Frankrijk, Spanje, Engeland.
B
Engeland, Nederland, Zweden.
C
Frankrijk, Engeland en Verenigde Staten.
D
Finland, Zweden, Noorwegen.

Slide 8 - Quizvraag

Neutraliteit
  • Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleven veel landen neutraal. Dit betekent dat een land geen kant kiest bij een oorlog. 
  • Landen zoals Nederland bleven neutraal. 
  • Dit betekende niet dat Nederland het effect niet voelden van de Grote Oorlog(WO1).  

Slide 9 - Tekstslide

Neutraliteit
  • Dankzij de Grote Oorlog kreeg Nederland problemen met de economie en handel. 
  • Nederland moest ook ineens veel vluchtelingen opvangen. Zoals Belgen, Fransen en zelfs Russen.
  • Door deze vluchtelingen gingen de Duitser elektrische draad langs de grens plaatsen genaamd dodendraad.  

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent neutraliteit?
A
De ideeën van een politieke partij.
B
Bevriende landen die elkaar helpen als er oorlog komt.
C
Landen die niet meededen met de (Eerste Wereld)oorlog.
D
Iemand die in zijn eentje de baas is van een land.

Slide 11 - Quizvraag

Leven in de loopgraven
  • Jonge mannen gingen blij en hoopvol de oorlog in 1914. Ze dachten dat ze voor Kerst thuis zouden zijn. 
  • Ze waren niet klaar voor de horror van oorlog. 
  • Jonge mannen hoorden dagen lang ontploffingen van granaten en het geluid van geweren. 
  • Vele van de mannen kregen last van Shellshock. Ook wel PTSS genoemd.  

Slide 12 - Tekstslide

Leven in de loopgraven
  • Soldaten zaten dag in dag uit in loopgraven. In deze loopgraven lag altijd een water, meestal tot je knieën.
  • Overdag moest je uitkijken voor vliegtuigen, granaten en aanvallen van de vijand. In de avond was er altijd de kans op een verrassingsaanval van stormtroepen die de loopgraven inslopen.    

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Maken Huiswerk 
Wat ? : Je gaat zelfstandig beginnen met het maken van de Leerdoelen: 2.2 onderdeel D 
Hoe ? : Je doet dit via Learnbeat
Tijd? : 10 minuten. 
Hulp? : De docent.
Klaar? : Ga kan alvast verder werken 
Resultaat : je hebt alvast je huiswerk gemaakt :D






Slide 16 - Tekstslide