Theme 3 - Food talk lesson 2

Food talk
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Food talk

Slide 1 - Tekstslide

What did we talk about last week?

Slide 2 - Open vraag

Today
- Theme words

Mission: 
I can use words for 
groceries and
packages and 
quantities correctly

Slide 3 - Tekstslide

What do you know
already?

Slide 4 - Woordweb

vlees
melk
soep
rijst
vis
meat
milk
soup
rice
fish

Slide 5 - Sleepvraag

They are thin slices of fried potatoe and people eat them as a snack...

Slide 6 - Open vraag

It is an animal and it lives in water.

Slide 7 - Open vraag

It is liquid (vloeibaar) and it is usually served warm or hot.

Slide 8 - Open vraag

It is green and cold and made up of different vegetables.

Slide 9 - Open vraag

A banana is a vegetable.
A
True
B
False

Slide 10 - Quizvraag

A vegetarian eats meat.
A
True
B
False

Slide 11 - Quizvraag

Many people eat cereal in the evening.
A
True
B
False

Slide 12 - Quizvraag

Fish and chips is a typically English dish.
A
True
B
False

Slide 13 - Quizvraag

Milk is a type of drink.
A
True
B
False

Slide 14 - Quizvraag

zak
doos
blik
pot
plak, snee
bag
box
can
jar
slice

Slide 15 - Sleepvraag

crisps
chocolates
beans
jam
bread
a bag of
a box of
a can of
a jar of
a slice of

Slide 16 - Sleepvraag

10

Slide 17 - Video

00:20
Wat voor soort maaltijd gaan ze maken?
A
Super snel thuis gemaakt
B
Supermarkt maaltijd

Slide 18 - Quizvraag

00:35
Wat voor soort grapje maak Jamie?
A
Hij zegt dat Buddy vier jaar oud is
B
Hij zegt dat Buddy lijkt op een jongen
C
Hij stelt Buddy voor als zijn vierde dochter

Slide 19 - Quizvraag

01:14
Hoe lang moet het deeg ongeveer in de keukenmachine?

Slide 20 - Open vraag

02:03
Van wie wordt de eerste pizza gemaakt?
A
Jamie
B
Petal
C
Buddy

Slide 21 - Quizvraag

02:39
Wat probeert Jamie uit te leggen, maar lukt niet omdat Buddy precies het tegenovergestelde wilt?
A
Dat er geen ham kan op pizza
B
Dat je de pizza niet teveel moet beleggen

Slide 22 - Quizvraag

03:48
Wat gaat Buddy opeens doen buiten?

Slide 23 - Open vraag

03:48
Wat zei Jamie over het deeg van zijn dochter?
A
Het is wat dikker dan die van Buddy
B
Het is wat dunner dan die van Buddy

Slide 24 - Quizvraag

02:03
Wat moeten de kinderen doen met het deeg?
A
Het nog heel goed kneden
B
Ze moeten het deeg uitrollen

Slide 25 - Quizvraag

01:14
Wat zijn de juiste ingrediënten?
A
Beslag, melk, zout en olijfolie
B
Zelfrijzend bakmeel, melk en citroensap
C
Zelfrijzend bakmeel, water, zout en olijfolie

Slide 26 - Quizvraag

00:35
Wie is Petal?
A
de dochter
B
de zoon

Slide 27 - Quizvraag

Now what?

- Chapter 3 Food Talk
B Theme Words

Slide 28 - Tekstslide

Finished!

Slide 29 - Tekstslide

10

Slide 30 - Video

00:20
Wat voor soort maaltijd gaan ze maken?
A
Super snel thuis gemaakt
B
Supermarkt maaltijd

Slide 31 - Quizvraag

00:35
Wat voor soort grapje maak Jamie?
A
Hij zegt dat Buddy vier jaar oud is
B
Hij zegt dat Buddy lijkt op een jongen
C
Hij stelt Buddy voor als zijn vierde dochter

Slide 32 - Quizvraag

01:14
Hoe lang moet het deeg ongeveer in de keukenmachine?

Slide 33 - Open vraag

02:03
Van wie wordt de eerste pizza gemaakt?
A
Jamie
B
Petal
C
Buddy

Slide 34 - Quizvraag

02:39
Wat probeert Jamie uit te leggen, maar lukt niet omdat Buddy precies het tegenovergestelde wilt?
A
Dat er geen ham kan op pizza
B
Dat je de pizza niet teveel moet beleggen

Slide 35 - Quizvraag

03:48
Wat gaat Buddy opeens doen buiten?

Slide 36 - Open vraag

03:48
Wat zei Jamie over het deeg van zijn dochter?
A
Het is wat dikker dan die van Buddy
B
Het is wat dunner dan die van Buddy

Slide 37 - Quizvraag

02:03
Wat moeten de kinderen doen met het deeg?
A
Het nog heel goed kneden
B
Ze moeten het deeg uitrollen

Slide 38 - Quizvraag

01:14
Wat zijn de juiste ingrediënten?
A
Beslag, melk, zout en olijfolie
B
Zelfrijzend bakmeel, melk en citroensap
C
Zelfrijzend bakmeel, water, zout en olijfolie

Slide 39 - Quizvraag

00:35
Wie is Petal?
A
de dochter
B
de zoon

Slide 40 - Quizvraag