HF 6 Paragraaf 3

HF 6 Paragraaf 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HF 6 Paragraaf 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen
  • Uitleg paragraaf 3
  • Filmpje 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe de Franse Revolutie eindigde.
  • Je kunt uitleggen welke ideeën van de revolutie Napoleon over Europa verspreidde.
  • Je kunt uitleggen dat de nieuwe ideeën over vrijheid en gelijkheid pas na enige tijd zorgen voor afschaffing van de slavernij in de koloniën.

Slide 3 - Tekstslide

Waar of Niet Waar?
Steek de groene kaart op voor waar, en de rode kaart voor niet waar.

Slide 4 - Tekstslide

Waar of Niet Waar?
De hoogste stand in de Franse samenleving is de Adel.

Slide 5 - Tekstslide

Waar of Niet Waar?
De hoogste stand in de Franse samenleving is de Adel.

Niet waar

Slide 6 - Tekstslide

Waar of niet waar? 
Frankrijk is al sinds de middeleeuwen een standensamenleving.

Slide 7 - Tekstslide

Waar of niet waar? 
Frankrijk is al sinds de middeleeuwen een standensamenleving.

Waar

Slide 8 - Tekstslide

Waar of niet waar? 
Vrijheid en gelijkheid zijn nieuwe ideeën ontstaan uit de verlichting.

Slide 9 - Tekstslide

Waar of niet waar? 
Vrijheid en gelijkheid zijn nieuwe ideeën ontstaan uit de verlichting.

Waar

Slide 10 - Tekstslide

Waar of niet waar?
John Locke kwam met het idee van de scheiding der machten.

Slide 11 - Tekstslide

Waar of niet waar?
John Locke kwam met het idee van de scheiding der machten.

Niet waar.

Slide 12 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Tijdens de verlichting gingen mensen kritisch nadenken over de samenleving.


Slide 13 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Tijdens de verlichting gingen mensen kritisch nadenken over de samenleving.

Waar


Slide 14 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Een voorbeeld van een grondrecht in Frankrijk is in het bezit mogen zijn van een wapen.



Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Een voorbeeld van een grondrecht in Frankrijk is in het bezit mogen zijn van een wapen.

Niet waar.



Slide 16 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Tijdens de terreur werden de meeste mensen vermoord door de guillotine.





Slide 17 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Tijdens de terreur werden de meeste mensen vermoord door de guillotine.

Waar



Slide 18 - Tekstslide

Het einde van de revolutie
Ze waren bang dat hun onderdanen ook meer vrijheid en gelijkheid wilden.
 Andere koningen in Europa keken met onrust naar Frankrijk
In de rest van Europa hadden koningen en adel nog steeds de meeste macht. 

Slide 19 - Tekstslide

Frankrijk was bang dat de andere landen een einde wilde maken aan hun revolutie.

Slide 20 - Tekstslide

Frankrijk was bang dat de andere landen een einde wilde maken aan hun revolutie.
Dus viel Frankrijk in 1792 Oostrijk aan.

Slide 21 - Tekstslide

Frankrijk was bang dat de andere landen een einde wilde maken aan hun revolutie.
Dus viel Frankrijk in 1792 Oostrijk aan.
Hierdoor raakte ze ook in oorlog met Pruisen, Groot-Brittannië en de Republiek. 

Slide 22 - Tekstslide

De oorlogen zorgden voor onrust in Frankrijk
Tussen de onrust door, pleegde in 1799 Napoleon Bonaparte een staatsgreep
Staatsgreep  is een plotselinge overname van de macht, vaak met hulp van het leger.

Slide 23 - Tekstslide

Het bestuur van Napoleon
Napoleon maakte van Frankrijk een dictatuur.

Dictatuur betekent dat één persoon alle macht heeft
Burgers hadden geen invloed meer in het bestuur, Napoleon besliste zelf alles.

Slide 24 - Tekstslide

Napoleon hield wel vast aan een aantal belangrijke ideeën uit de revolutie
  1. Alle burgers hadden dezelfde grondrechten.  
Geen standenmaatschappij --> Iedereen was gelijk.
2. Napoleon maakte één wetboek voor heel Frankrijk.

Voor alle burgers golden dezelfde wetten.
Ook voerde Napoleon de burgerlijke stand in.
De burgerlijke stand is een lijst waarin het bestuur vastlegt wanneer alle burgers zijn geboren, getrouwd en overleden.

Slide 25 - Tekstslide

Fransen waren blij met het bestuur van Napoleon. 

Maar Napoleon hield niet op met oorlog voeren. 

Hij veroverde bijna heel Europa.

 Overal waar hij de macht kreeg, voerde hij de wetboeken, burgerlijke stand en dienstplicht in.

Slide 26 - Tekstslide

Ongelijkheid in de koloniën 
  • De ideeën over vrijheid en gelijkheid veranderden ook de ideeën van Europeanen over slavernij. 
  • Omdat Europeanen veel geld verdienden aan slavenhandel en de producten die slaven maakte, duurde het lang voordat het werd opgeheven.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video