13.6 Gaswisseling bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

13.6 Gaswisseling bij dieren

Wat gaan we doen

15 min uitleg

15 min HW maken

15 min oefentoets

Leerdoel

13.6.1 Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

Op welke verschillende manieren kan een dier ademhalen?

Er zijn 4 manieren

3 kennen jullie al als het goed is

Gaswisseling bij dieren

Wat betekend warmbloedig en koudbloeding?

Longen (zoogdieren)

Warmbloeding

Longen (reptielen)

Koudbloedig

Hebben minder zuurstof nodig dan warmbloedige

Longen zijn dus in vergelijking ook kleiner 

Zij hoeven namelijk niet hun lichaamstemp 

omhoog te houden, dus minder verbranding, 

dus minder zuurstof

Huid/longen (amfibieën) 

Koudbloedig

minder zuurstof nodig dan warmbloedig

Halen OOK adem met hun huid

Dus hun longen zijn nog eenvoudiger 

dan die van de reptielen

Kieuwen (vissen)

• Kieuwen om zuurstof uit het water te halen
• Via bek naar binnen, via kieuwdeksel weer naar buiten
  
• Kieuwen bestaan uit kieuwboog, kieuwplaatje en kieuwlamel
• Netwerk van bloedvaten waar zuurstof in opgenomen kan worden

Tracheeën (insecten)

• Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  
  
• De tracheeën hebben een opening aan de zijkant van het lichaam= Stigma's

Eencellige dieren

Hebben geen aparte orgaan voor ademhalen

Halen ademen via hun celmembraan

Zuurstof wordt opgenomen en koolstofdioxide wordt afgegeven

13.6 Wat ga je doen (blz 207)

Maak opdracht: 1 tm 8, 4 niet