Hoofdstuk 3.4 oppervlakte bijzondere vierhoeken

Welkom
Paragraaf 3.4
Oppervlakte bijzondere vierhoeken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 3.4
Oppervlakte bijzondere vierhoeken

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
We starten met een terugblik, daarna uitleg paragraaf 3.4

Je leert vandaag de oppervlakte berekenen van een vlieger en van een ruit.
Je leert wat een trapezium is en hoe je de oppervlakte van een trapezium moet berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van de driehoek.
A
28,3 x 20 : 2 = 283cm²
B
20 x 20 : 2 = 200cm²
C
9 x 20 x 20 : 2 = 1800cm²
D
29 x 20 : 2 = 290cm²

Slide 3 - Quizvraag

BEREKEN de oppervlakte van deze driehoek.

Slide 4 - Open vraag

BEREKEN de oppervlakte van de gele driehoek.

Slide 5 - Open vraag

Uitwerking
  • Opp. gele driehoek is de oppervlakte van de rechthoek - de totale oppervlakte van de rode driehoeken.
  • Opp. rechthoek = 5 x 9 = 45
  • Opp. driehoek 1 = 2 x 9 : 2 = 9
  • Opp. driehoek 2 = 3 x 7 : 2 = 10,5
  • Opp. driehoek 3 = 2 x 5 : 2 = 5
  • Totale opp. van de driehoeken = 9 + 10,5 + 5 = 24,5
  • Oppervlakte gele driehoek = 45 - 24,5 = 20,5

Slide 6 - Tekstslide

Vlieger
Een vlieger is lijnsymmetrisch. AC is de symmetrias

Zijde AB en AD zijn even groot

Zijde CD en BC zijn ook even groot

Hoe D en hoek B zijn even groot

A
D
B
C

Slide 7 - Tekstslide

Ruit
Een ruit is lijnsymmetrisch. AC en BD zijn de symmetriassen.

Alle zijdes zijn even lang.

Hoek A en hoek C zijn even groot.

Hoek B en hoek D zijn ook even groot.

Slide 8 - Tekstslide

ruit
vlieger
parallellogram

Slide 9 - Sleepvraag

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4


Oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
Oppervlakte driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2

Ook kun je de oppervlakte berekenen aan de hand van ''inlijsten''.
Oppervlakte ruit/vlieger/trapezium komt vandaag.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4




Slide 11 - Tekstslide

Je kunt het ook met 10 x 3 uitrekenen.
AC x DS

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt het ook met 8 x 3 uitrekenen.
KM x NS

Slide 13 - Tekstslide


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. 
Let op: twee antwoorden  zijn goed.
A
6 x 2 = 12
B
6 x 4 = 24
C
6 x 2 : 2
D
6 x 2 : 2 x 2

Slide 14 - Quizvraag


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. 
A
8 x 6 = 48
B
8 x 3 : 2 x 2 = 24
C
8 x 6 : 2 x 2 = 48
D
8 x 3 = 24

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4




Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet dit figuur?
A
parallellogram
B
vlieger
C
trapezium

Slide 18 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van dit trapezium.

Slide 19 - Open vraag

Schrijf in je schrift: Uitleg 3.4


- Oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
- Oppervlakte driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2
- Ook kun je de oppervlakte berekenen aan de hand van ''inlijsten''.
- Oppervlakte ruit of vlieger: verdubbel de oppervlakte van de driehoek
- Oppervlakte trapezium: inlijsten of splitsen

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag !





Maak paragraaf 3.4
Vanaf blz. 106, kies je eigen leerroute!

Slide 21 - Tekstslide