Constructie

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Stem- techniekenSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een constructie?

Slide 2 - Woordweb

Uit welke materiaal bestaat een constructie?

Slide 3 - Woordweb

Wat is een constructie
A
Een bouwwerk of een samenstelling van onderdelen.
B
Een soort plant
C
Een muziekinstrument
D
Een type dier

Slide 4 - Quizvraag

Welke van deze is geen voorbeeld van een constructie?
A
Een brug
B
Een gebouw
C
Een regenboog
D
Een tafel

Slide 5 - Quizvraag

Welke mensen werken het vaak met constructies?
A
Dokters
B
Bouwvakkers en architecten
C
Koks
D
Leraren

Slide 6 - Quizvraag

Wat betkent het als iets "stevig geconstrueerd" is?
A
Het is mooi
B
Het is duur
C
Het is sterk en goed gemaakt
D
Het is gemaakt in een fabriek

Slide 7 - Quizvraag

Welk materiaal wordt niet vaak gebruikt bij constructies?
A
Hout
B
Beton
C
Staal
D
Papier

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een constructiefout?
A
Een verkeerd geschreven woord
B
Een zwakke plek in een bouwwerk
C
Een vergissing bij het koken
D
Een verkeerde berekening bij wiskunde

Slide 9 - Quizvraag

Welke constructie beschermt tegen overstromingen?
A
Een brug
B
Een dijk
C
Een tunnel
D
Een flatgebouw

Slide 10 - Quizvraag

Waarom maken we constructies?
A
Alleen voor de sier
B
Alleen als het regent
C
Alleen voor school
D
Om een functie te vervullen (wonen, beschermen)

Slide 11 - Quizvraag

Waar moet je rekening mee houden bij materialen?
A
Materiaalsterkte
B
Duurzaamheid
C
Prijs alleen
D
Kleur van het materiaal

Slide 12 - Quizvraag

Welke factor beïnvloedt de constructietijd?
A
Complexiteit van het ontwerp
B
Aantal kleuren
C
Locatie van de bouw
D
Het aantal werknemers eraan werken

Slide 13 - Quizvraag

Soorten bruggen

Slide 14 - Tekstslide

Hier zijn enkele soorten bruggen
Balkbrug: eenvoudige liggerbrug, doorlopende liggerbrug, Plaatliggerbrug, kokkerliggerbrug.
Boogbrug: Vaste boogbrug, tweeledige boogbrug, drieledige boogbrug, trekboogbrug.
Hangbrug.
Tuibrug.
Vakwerkbrug.
Cantileverbrug.
Beweegbare brug: ophaalbrug, draaibrug, verticale hefbrug, klapbrug

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Als iets uit verschillende delen is opgebouwd heet dat een constructie. Welk voorwerp is een constructie en welk voorwerp niet?
Constructie
Geen constructie
Auto
Tent
Steen
Spijker
Brug
Fiets
Balk

Slide 18 - Sleepvraag

Wel een constructie
Geen Constructie

Slide 19 - Sleepvraag

Constructie
Geen constructie

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is het, een onderdeel of constructie?:
buis
paal
glijbaan
wiebelbrug
constructie
onderdeel
constructie
onderdeel
onderdeel
onderdeel
constructie
constructie

Slide 21 - Sleepvraag