Basis 3: De oren en de ogen
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
ORGAAN
PRIKKEL
Geluid
Licht
Geur
Smaak
Temperatuur, hoe iets voelt, pijn
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen het 'zenuwstelsel' en het 'centraal zenuwstelsel'
Slide 3 - Open vraag
kenmerkend aan varens is
A
voortplanting door zaden
B
voortplanting door sporen
C
geen wortels
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
De prikkel van het oor is
Slide 6 - Open vraag
Wat doet het slakkenhuis?
A
zintuigcellen zetten de trillingen om in berichten
B
geeft de trillingen aan de gehoorbeentjes
C
de berichten via de gehoorzenuw aan de hersenen geven
Slide 7 - Quizvraag
Welke letter is het evenwichtsorgaan?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Waar liggen de zintuigcellen in het oor?
Slide 11 - Open vraag
In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies
Slide 12 - Quizvraag
Wat zit niet in je oor?
A
Trommelvlies
B
Gehoorbeentje
C
Slakkenhuis
D
Talgklier
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de functie van de lens in je oog?
Slide 14 - Open vraag
Welk onderdeel van het oog zorgt er voor dat het oog voldoende voedingsstoffen krijgt?
Slide 15 - Open vraag
Hoe heet het buitenste vlies van je oog, die je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies
Slide 16 - Quizvraag
Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
Slide 17 - Quizvraag
Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de functie van het oor?
A
Trillingen omzetten in geluid
B
Seintjes doorgeven naar het andere oor
Slide 19 - Quizvraag
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een oor?
A
een cel
B
een weefsel
C
een orgaan
D
een orgaanstelsel
Slide 21 - Quizvraag
Wat ziet niet in je oor?
A
Trommelvlies
B
Gehoorbeentje
C
Slakkenhuis
D
Buis van Statius
Slide 22 - Quizvraag
De Buis van Eustachius verbindt
A
oor en keel
B
keel en neus
C
neus en mond
D
mond en oor
Slide 23 - Quizvraag
De buis van Eustachius verbindt
A
de trommelholte met het middenoor
B
de oorschelp met de keelholte
C
het slakkenhuis met de trommelholte
D
de trommelholte met de keelholte
Slide 24 - Quizvraag
Wat is NIETWAAR
over de buis van Eustachius?
over de buis van Eustachius?
A
Als je gaapt of slikt gaat deze open
B
kan verstopt raken
C
Verbinding in het slakkenhuis
D
Verbinding tussen neus en oor
