H3A §1.2: De Grote Oorlog

1.2 De Grote Oorlog
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.2 De Grote Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
  • Weet je wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond
  • Weet je hoe de oorlog begon
  • Weet je hoe de oorlog verliep in het oosten
  • Weet je hoe de oorlog verliep in het westen

Slide 2 - Tekstslide

  1. Welke landen herken je?
2. Op wat voor manier is het begrip nationalisme verbonden met de afbeelding?

Slide 3 - Tekstslide

De Grote Oorlog (Nu WOI)
1914-1918

Waarom noemde men het vroeger de Grote Oorlog?

Slide 4 - Tekstslide

Tussen wie ging de strijd?
Geallieerden: Groot Brittanië, Frankrijk, Rusland (Later ook Italië en de VS)
(Afrikanen in het Franse leger, Australiërs, Nieuw-Zeelanders en Canadezen voor Engeland)

Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije (Later ook het Ottomaanse Rijk)


Wereldoorlog omdat veel volken in een groot deel van de wereld meededen 

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken WOI (Weten!!)
  1. Frans-Duitse Oorlog
  2. Bondgenootschappen (C vs G)
  3. Nationalisme (Trots)
  4. Militarisme (vechten was goed)
  5. Wapenwedloop (steeds meer wapens)

Slide 6 - Tekstslide

1. Frans-Duitse Oorlog
  • 1870-1871: Duitsland en Frankrijk in oorlog
  • Conflict over troonopvolging in Spanje
  • Echte reden: Bismarck zag een oorlog als een middel om Duitsland te verenigen
  • Duitse Keizerrijk werd in 1871 uitgeroepen in Parijs
  • Een nieuw land, wat het evenwicht in Europa verstoorden

Slide 7 - Tekstslide

Frankrijk wil wraak

Slide 8 - Tekstslide

2. Bondgenootschappen
Na de Frans -Duitse oorlog werden er verbonden gesloten.
Beloften om elkaar te helpen wanneer er oorlog zou komen.
Frankrijk en Rusland zouden elkaar helpen als Duitsland 1 van de 2 aanviel.
Duitsland had een verbond met Oostenrijk-Hongarije.
Gevolg: Als 1 land de oorlog zou verklaren, zou er in heel Europa oorlog zijn

Slide 9 - Tekstslide

Triple antente= Geallieerden
Triple Alliantie= Centralen

Slide 10 - Tekstslide

3. Nationalisme
Nationalisme is de trots op het eigen land en volk
In de 19e eeuw kwam daarbij dat landen andere volken als minder gingen afschilderen.
Het eigen volk moest verenigd worden in 1 land.
Spanningen over grenzen en uitbreidingen van landen.
Nationalisme is een trend die je in heel Europa zag.

Slide 11 - Tekstslide

4. Militarisme

Men zag oorlog als een middel om de eigen natie te versterken
Het leger werd verheerlijkt
Militaire waarden stonden hoog in het aanzien

Mensen hadden eigenlijk wel zin in een oorlog. Een korte oorlog dan wel

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

5. Wapenwedloop
Het militarisme en nationalisme leidde tot een wapenwedloop
Race om het sterkst bewapend te zijn
Nieuwe wapens geïntroduceerd als machinegeweren, tanks en gifgas
De oude manier van oorlogsvoering was afgelopen en de oorlog zou hierdoor ook lang gaan duren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aanleiding (directe oorzaak): Moord aanslag op Franz Ferdinand, kroonprins van Oostenrijk-Hongarije in Sarajevo 1914

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Aanslag
Gavrilo Princip
Servische separatisten
Aanleiding voor WOI

Hierna viel alles als een kaartenhuis in elkaar

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe het begon
-Oostenrijk verklaart oorlog aan Servië
-Rusland bereidt leger voor 
-Duitsland verklaart Rusland oorlog 
-Frankrijk mobiliseert leger
-Duitsland verklaart Frankrijk oorlog
-Duitsland via België naar Frankrijk 
-Groot-Britannië verklaart Duitsland oorlog
 

Slide 21 - Tekstslide

 De Eerste Wereldoorlog
Loopgravenoorlog

  • Duitse Von Schlieffenplan 
  • = Fr. binnen 6 wkn verslaan
  •   
  • Mislukt... loopgravenoorlog ontstaat

Slide 22 - Tekstslide

Strijd aan't Oostfront
  • Von Schlieffenplan moest: tweefrontenoorlog tegengaan
  • Aug 1914: RU valt DU en OH aan
  • Worden snel verdreven
  • Veroveren Lemberg (Lviv) en omgeving
  • 1915: DU stuurt meer troepen richting oosten
  • DU veroverd Estland, Letland, Litouwen 
  • 1916: RU vecht terug richting OH 
  • 1917: Tsaar treed af na communistische opstand > vrede met DU in 1918

Slide 23 - Tekstslide

Strijd aan't westfront
  • 1914: honderdduizenden doden in veldslagen
  • Geen tot weinig vooruitgang..
  • Hoe is dit mogelijk?
  • 1917: Amerika verklaart oorlog aan DU
  • Duikbotenoorlog + zinken Lusitania
  • Hierna gaat het sneller
  • Amerika, tanks, vliegtuigen, artillerie 
  • 11-11-1918: Duitsland geeft de strijd op 
  • 10 miljoen militaire doden,
  • Oorlogsmisdaden 

Slide 24 - Tekstslide

Ottomaanse Rijk en WOI
- In 1914 koos het driemanschap van de Jong Turken de kant van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).
- Het Ottomaanse Rijk raakte in oorlog met Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië en verloor de belangrijke eerste slagen.
- De Turkse regering beschuldigde de christelijke Armeniërs van verraad, die ervan verdacht werden de Russen te helpen
-Executie 5 Armeense leiders  door Turken

Slide 25 - Tekstslide

Armeense genocide
  • Er brak een Armeense opstand uit.
  • De Ottomaanse regering besloot de complete Armeense bevolking weg te voeren naar Syrië en Irak: dodenmarsen in de woestijn. 
  • Honderdduizende mensen stierven van honger, dorst en uitputting. 
  • Moordcommando's vielen Armeense burgers aan. 
  • Naar schatting kwamen meer dan 1 miljoen Armeniërs om het leven. 

Slide 26 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 27 - Quizvraag

Indirecte oorzaken Eerste Wereldoorlog 
Aanleiding (directe oorzaak) Eerste Wereldoorlog
Nationalisme 
Wapenwedloop
Militarisme 
Moord op kroonprins Frans-Ferdinand 
Bondgenootschappen
Frans-Duitse oorlog 

Slide 28 - Sleepvraag

Waarom was de moordaanslag op Franz Ferdinand de aanleiding?

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag 
-Maken opdrachten §1.2, dit is vrijdag 30 augustus af en nagekeken aan het einde van de les.

Slide 30 - Tekstslide