Toets organen en cellen + ordening GL

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 8?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma

Slide 2 - Quizvraag

Kijk goed naar de afbeelding.
Cel a is een ... cel
A
dierlijke
B
plantaardige

Slide 3 - Quizvraag

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 4 - Quizvraag

Dit zijn cellen van een .....
A
bacterie
B
dier
C
plant
D
schimmel

Slide 5 - Quizvraag

Cellen zijn ...
A
microscopisch klein en zijn plat
B
microscopisch klein en lijken op een doosje
C
groot en zijn plat
D
groot en lijken op een doosje

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen

Slide 7 - Quizvraag

een orgaan is een deel van een organenstelsel
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 6?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma

Slide 9 - Quizvraag

Een groep samenwerkende organen wordt een organenstelsel genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 11 - Quizvraag

In het thema ordening hebben jullie geleerd dat mensen een ...... skelet hebben, ofwel een geraamte hebben.
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen rijk bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels

Slide 13 - Quizvraag

Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een ander woord voor ordenen is?
A
Opruimen
B
Sorteren
C
Weggooien

Slide 15 - Quizvraag


Biologen hebben alle organismen op aarde in groepen ingedeeld. De organismen in de afbeelding kun ook ordenen.

Welke overeenkomsten hebben de dieren in de afbeelding?  
A
Huidbedekking
B
Geboren uit een kalk ei
C
Wervelkolom
D
Manier van voortbewegen

Slide 16 - Quizvraag

Kijk goed naar de afbeelding.
Cel b is een ... cel
A
dierlijke
B
plantaardige

Slide 17 - Quizvraag

Een skelet is een kenmerk om dieren te ordenen
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

2: De kleinste groep bij ordening is?
A
Geslacht
B
Ras
C
soort
D
Domein

Slide 19 - Quizvraag

Herhaling:

Binnen het thema ordening, hebben we geleerd in welke stammen het dierenrijk wordt ingedeeld. Welke stam heeft een inwendig wervelkolom?
A
sponzen
B
neteldieren
C
stekelhuidigen
D
gewervelden

Slide 20 - Quizvraag

11. Wat is determineren?


A
Het ordenen van soorten met behulp van afbeeldingen.
B
Het op naam brengen van soorten met behulp van afbeeldingen.
C
Het op naam brengen van soorten met behulp van kenmerken.
D
Het ordenen van soorten met behulp van kenmerken

Slide 21 - Quizvraag

Waar hoort deze plant bij binnen de ordening?
A
Naaktzadigen
B
Bedektzadigen
C
bomen
D
landplanten

Slide 22 - Quizvraag

hoe ordenen we dieren.
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd

Slide 23 - Quizvraag

Bij het ordenen van organismen kijk je als eerste naar de .... (vul in)
A
celkenmerken
B
celwand
C
celkern
D
chromosomen

Slide 24 - Quizvraag

Geef de juiste volgorde van het ordenen naar een steeds kleinere groep.
A
Domein -> rijk -> Klasse -> familie -> stam -> geslacht -> soort -> orde
B
Domein-> rijk -> stam -> klasse -> orde -> familie -> geslacht -> soort
C
Rijk -> klasse -> stam -> domein -> soort -> geslacht -> familie -> stam
D
Soort -> geslacht -> familie -> orde -> klasse -> stam -> rijk -> domein

Slide 25 - Quizvraag

Ordenen doe je in hoeveel rijken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quizvraag

Hebben de algen in een koraalpoliep een celwand? En hebben de cellen van een koraalpoliep een celwang
A
Geen van beide type cellen
B
Alleen de algen in een koraalpoliep
C
Alleen de cellen van een koraalpoliep
D
Zowel de algen in een koraalpoliep als de cellen van een koraalpoliep

Slide 27 - Quizvraag

In welk deel van de cel bevindt zich het DNA
A
Vacuole
B
Celkern
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 28 - Quizvraag

Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 29 - Sleepvraag

 Heeft de cel een celwand?         NEE
JA 
 
Heeft de cel een celkern?          NEE 

JA 
Heeft de cel baldgroenkorrels?   NEE 
JA 

planten
dieren 
schimmels
bacteriën

Slide 30 - Sleepvraag

Celkern
Bladgroenkorrels
Celwand
Vacuole
Regelt alle processen in de cel
Maakt voedsel voor de cel (suiker)
Zorgt voor stevigheid van de cel
Blaasje in de cel met water. Geeft stevigheid aan de cel

Slide 31 - Sleepvraag

Waar in de cel wordt er geregeld wat er in de cel gebeurt?
1
2
3
4
5

Slide 32 - Sleepvraag

Hoe heet het opzoeken van de naam van een organisme?
A
zoekkaart
B
zoekmachine
C
Determineren

Slide 33 - Quizvraag

Determineer de vogel in de afbeelding met behulp van de tabel.

Welke vogel is het?
A
Kiekendief
B
Zilverplevier
C
Kleine plevier
D
Bontebekplevier

Slide 34 - Quizvraag

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Door deling
B
Door sporen
C
Door zaden
D
Door schimmeldraden

Slide 35 - Quizvraag

Heeft een kip organen? En heeft een tulp organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een tulp heeft organen
C
Een kip en een tulp hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen

Slide 36 - Quizvraag

Is een orgaan een groep organenstelsels die samenwerken
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

In een organisme komen onder andere cellen, organellen, organenstelsels en weefsels voor. Wat is de volgorde van deze delen van groot naar klein?
A
Orgaan-organenstelsel-organel-cel-weefsel
B
Organel-organenstelsel-weefsel-orgaan-cel
C
Weefsel-organenstelsel-orgaan-organel-cel
D
Organenstelsel-orgaan-weefsel-cel-organel

Slide 38 - Quizvraag

Je borstkas geeft bescherming aan een aantal organen. Welke organen?
A
Dikke en dunne darm
B
De lever en de maag
C
Longen en hart
D
De hersenen

Slide 39 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan getekend.
Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
spierstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 40 - Quizvraag

Enkele organen zijn:
maag - slokdarm - lever

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 41 - Quizvraag

Wat voor organen hebben planten?

A
stengels, bladeren en wortels
B
Bloemen, bladeren en wortels
C
Bladeren en wortels
D
Geen

Slide 42 - Quizvraag

Is dit een orgaan?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 43 - Quizvraag

Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 3?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma

Slide 44 - Quizvraag

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quizvraag

Welk orgaan zie je hier?
A
maag
B
lever
C
dikke darm
D
dunne darm

Slide 46 - Quizvraag

Dit zijn cellen uit een blad, kunnen deze cellen aan fotosynthese doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 47 - Quizvraag