Hoe beantwoord je een vraag
1. Lees en
onderstreep (welke elementen moeten terugkomen?)
2. Herhaal de vraag in je antwoord
3. Vermijd woorden als: dingen, zij, hun, hem, haar
4. Lees je antwoord voordat je verder gaat naar de volgende vraag
5. Noem je een begrip? Leg dit begrip uit.
6. Bron verwijzing? 'Ik zie/lees in de bron dat... hieruit kan ik opmaken dat...