Blockstunde: Sprechen (Tonaufnahme) + Grammatik K1 & 2 (Wiederholung)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deutsch

Lernziele / leerdoelen

1. Je oefent het uitspreken van de geleerde klanken (K1 en K2) in een gesprek.
2. Je kunt vragen stellen en antwoord geven over alles wat met het 'thema' familie te maken heeft.

Herhaling / Wiederholung

Klanken K1 en K2
Einddoel van dit: gesprek voeren, opnemen en in ItsLearning uploaden.

en daarbij:

+ woordenschat K2

+ Grammatica K1 / K2 (haben + sein)
(= toetsstof)

Laptop bitte dazunehmen.

Lesson-Up (App oder Website)

Code:

de -z- (der Zahn) spreek je uit als

De dubbele -ss- en de -ß- spreek je uit als (Fußball - Kuss)

De -s- aan het begin van een lettergreep (tau-send / su-per) spreek je uit als een

De -u- (die Mutter) spreek je uit als

1. eu
2. ui
3. oe

De -ä- (die Männer) spreek je uit als

1. e
2. a
3. oi

De Duits -eu- (Deutschland) spreek je uit als

1. eu
2. oi
3. ai

De -ü- (hübsch) spreek je uit als

1. uu
2. ui
3. oe

Laptop zumachen und aufräumen bitte!

Aussprache in einem Gespräch üben / Uitspraak in een gesprek oefenen

Buch, Seite 49-50

32: Zusammen (ohne Pausen hören). Zusammen korrigieren.

Zelfstandig (na luisteren instructie)

33: gebruiken als basis voor volgende opdrachten.

34: De een stelt de vragen in het Duits. De ander antwoord met de zinnen uit Sprachmittel (fluisteren). Draai daarna de rollen om. 

35: vakjes verbinden. Daarna gesprek voeren met z'n 2 (fluisteren). Let op elkaars sis-klanken. Twijfel over een klank? Bij mij langskomen.

36: Zinnen maken en opschrijven. Gebruik blz. 50 (Sprachmittel). Daarna gesprek voeren met z'n tweeën (fluisteren). Je spreekt zowel rol A als B. Let op je sis-klanken. Twijfel over een klank? Bij mij langskomen.

geen tijd verdoen met rolverdeling.

Aussprache in einem Gespräch üben / Uitspraak in een gesprek oefenen

Zelfstandig (na luisteren deze instructie)  (8 minuten tijd)

33: gebruiken als basis voor volgende opdrachten.

34: De een stelt de vragen in het Duits. De ander antwoord met de zinnen uit Sprachmittel (fluisteren). Draai daarna de rollen om. 

35: vakjes verbinden. Daarna gesprek voeren met z'n 2 (fluisteren). Let op elkaars sis-klanken. Twijfel over een klank? Bij mij langskomen.

36: Kijk eerst waar vraag en antwoord in de Sprachmittel staan. Begin daarna het gesprek. Stel de vraag en geef bijbehorend antwoord met behulp van de blokjes in de Sprachmittel. Op fluistertoon. Draai de rollen om. Let op je sis-klanken en klinkers (a/o/u etc.) Twijfel over een klank? Meld je bij mij. 

geen tijd verdoen met rolverdeling.

Fragen über Aussprache, Sprechen ... ?

Buch, Seite 52, Aufgabe 37

• 1 persoon uit stamboom kiezen (dit is jouw rol)
• 5 familieleden per spreker kiezen
• De een stelt de vragen, de ander geeft antwoord en vertelt zoveel mogelijk over de 5 uitgekozen familielieden. 
• Gebruik ter ondersteuning Lernliste/Sprachmittel of eventueel woordenboek. Neem je gesprek in 1 audio-opname op en upload het audio-bestand in de daarvoor bedoelde opdracht-link (staat in de weektaak op ItsLearning.
• Geluiden--> 1/2 van de klas neemt audio buiten het lokaal op. Andere helft blijft hier. Ik maak die verdeling en wijs aan.
• Vragen?
• Uiterlijk uploaden om:                  uur.

Zweite Stunde: Lernziele

Aan het einde van de les kan je de juiste vormen van de werkwoorden 'haben' en 'sein' invullen. 

Ergänze die richtige form von 'sein' oder 'haben'.

denk om hoofdletters/ kleine letters

_______ ihr die Eltern von Carola? (sein)

Oma ______ am vierzehnten April Geburtstag. (haben)

Er _______ mein Onkel. (sein)

Die Mädchen ________ jünger als die Jungen. (sein)

______ du ein neues Auto gekauft? (haben)

Wiederholung

• haben + sein
• Buch, Seite 174-175
• Aufgabe 5
• 5 Minuten
• selbständig machen
• Zusammen besprechen

Ihr ______ Pech! (haben)

Weektaak

Zelfstandig werken

Vragen stellen

Corrigeren

Oefenen

Tijd:

Lernziele/ leerdoelen

1. Je oefent het uitspreken van de geleerde klanken (K1 en K2) in een gesprek.
   
2. Je kunt vragen stellen en antwoord geven over alles wat met het 'thema' familie te maken heeft.
3. Aan het einde van de les kan je de juiste vormen van de werkwoorden 'haben' en 'sein' invullen. (herhaling)

Mitteilungen / mededelingen

1. Toets:
   donderdag 28 oktober
   Grammatica K1 en K2 (haben, sein en werden)
   Getallen 0 t/m 20 (K1) en beide Lernlisten NL-D en D-NL (K2)
   ook getallen als: zevenentwintig of vierendertig
   weegt 3x
   45 minuten  
2. Stoelen aanschuiven
   
   
3. Stoelen aanschuiven!