Verwijswoorden herhalen (ZIe NN)

Verwijswoorden
Fouten met formuleren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verwijswoorden
Fouten met formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Nieuw Nederlands
Blok 3
Verwijzen (grammatica)

Lees dit door.

Maak een korte samenvatting van de theorie.

Wanneer gebruik:
die/ deze
dit/dat

Slide 2 - Tekstslide

Vrouwelijke woorden
-heid (waarheid)
-nis (droefenis)
-ing (viering)
-schap (vriendschap)
-st (vondst – ww-vorm + st)
-te (verte)
-de (methode)
-ie (televisie)
-ij (partij)
-iek (fabriek)
-theek (mediatheek)
-teit (kwaliteit)
-tuur (cultuur)

Slide 3 - Tekstslide

De politie doet .......... best
A
zijn
B
haar
C
die

Slide 4 - Quizvraag

De kapstok .......... daar staat.
A
die
B
deze
C
dat

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is het:
De politie doet HAAR best?
A
Omdat bij de politie steeds meer vrouwen werken.
B
Dat klopt niet, er zijn veel meer politiemannen, dan "politievrouwen".
C
Omdat "politie" een vrouwelijk woord is.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is het:
"De kapstok DIE daar staat?"
A
Het is een de-woord, dan gebruik je die/dat
B
Het is een de-woord, dan gebruik je die/deze
C
Het is een het-woord, daarom gebruik je "die".

Slide 7 - Quizvraag

Theorie
Lees de theorie "Fouten met verwijswoorden".

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt de theorie doorgelezen.
Wat is jouw leerdoel?

Slide 9 - Open vraag

Ga in NN aan de slag met de opdrachten/werkdoelen, zodat je je leerdoel behaalt.

Slide 10 - Tekstslide