Vragen H6.3 bespreken

H6.3 Winst of verlies
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6.3 Winst of verlies

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen H6.3 bespreken
  • Bonus vragen over H6.3

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 24a 
Spakenburg kan bij de groothandel 4% korting op de inkoopprijs krijgen. Een deel van die korting berekent hij door in de verkoopprijs van een fiets. De nieuwe verkoopprijs wordt €790,-
Bereken de nieuwe inkoopwaarde
  • De inkoopwaarde was in het voorbeeld €780.000,00
  • De inkoopwaarde wordt 4% lager dus je rekent uit wat 4% van €780.000
  • €780.000 : 100 x 4= €31.200,00
  • €780.000 - €31.200= €748.000,00

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 24b
  • Spakenburg kan bij de groothandel 4% korting op de inkoopprijs krijgen. Een deel van die korting berekent hij door in de verkoopprijs van een fiets. De nieuwe verkoopprijs wordt €790,-.
  • Bereken de nieuwe brutowinst, als je uitgaat van dezelfde afzet.  (de afzet was in het voorbeeld 1.560)
  • Formule- omzet - inkoopwaarde 
  • Omzet: €790,- x 1560= €1.232.400,00 
  • Inkoopwaarde: €748.000 (antwoord vraag 24a)
  • Brutowinst: €1.232.400,00 - €748.800,00= € 483.600

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 27a Vul het ontbrekende woord in. Omzet= afzet x .........
A
Inkoopprijs
B
Verkoopprijs
C
Inkoopwaarde
D
Geen van deze

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 27b Vul het ontbrekende woord in. omzet-........ = brutowinst
A
bedrijfskosten
B
Btw
C
Afzet
D
Geen van deze

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 27c Vul het ontbrekende woord in. Brutowinst -....(1).. = ...(2)......
A
(1) Bedrijfskosten (2) Nettowinst
B
(1) Inkoopwaarde (2) Nettowinst
C
(1) Btw (2)Nettowinst
D
Geen van deze

Slide 7 - Quizvraag

vraag 29a
Bereken de verkoopprijs van de volgende producten. 
Product: broek. Inkoopprijs: €9,50. Brutowinstmarge: 90% 
  • Formule: inkoopprijs + brutowinst
  • Brutowinst in euro's: €9,50 : 100 x 90= €8,55
  • Verkoopprijs: €9,50 + €8,55= €18,05 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 30
De inkoopprijs van een laptop is €245,00. De verkoopprijs is €380,00. Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs. Rond je antwoord af op 1 decimaal. 
  • Formule: Brutowinst in euro's : inkoopprijs
  • Brutowinst in euro's: €380,00 - €245,00= €135,00
  • €135,00 : 245,00 x 100= 55,1% 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 32
De inkoopprijs van een televisie is €375,00. De winkelier rekent met een brutowinstmarge van 32%. Het btw-tarief is 21%. Bereken de consumentenprijs
  • Formule: Verkoopprijs + btw
  • Brutowinst in euro's= €375,00 : 100 x 32%= €120,00
  • Verkoopprijs= €120,00 + €375,00= €495,00
  • Btw in euro's= €495,00 : 100 x 21%= €103,95
  • Consumentenprijs: €495,00+ €103,95= €598,85 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de inkoopwaarde?
A
Het geld wat de eigenaar ontvangt voor zijn verkopen zonder btw
B
Het geld wat de eigenaar aan inkoopkosten betaalt voor zijn verkopen
C
Dat zijn alle kosten die het bedrijf maakt om de winkel open te houden
D
Inkoopwaarde is helemaal geen begrip!!!!!!!!!!!!!!

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de omzet
A
Het geld wat de winkel ontvangt voor zijn verkopen zonder btw
B
Het geld wat de winkel ontvangt voor zijn verkopen met btw
C
Dat zijn alle kosten die het bedrijf maakt om de winkel open te houden
D
Dat is het aantal producten dat de winkel verkoopt

Slide 12 - Quizvraag

Welke omschrijving past bij de brutowinst
A
De winst waar alle kosten al mee betaalt zijn
B
De winst waarmee je alle kosten nog moet betalen
C
De winst waar je alle bedrijfskosten nog mee moet betalen
D
De winst waarmee je alle inkoopkosten nog moet betalen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de prijs die je in de winkel betaalt?

Slide 14 - Open vraag

Hoe hoog is het hoogste btw percentage in Nederland. (vergeet het % teken niet in je antwoord)

Slide 15 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak oefenopgave 21 t/m 30 van H6.3 (blz.182)

Slide 16 - Tekstslide