Op je tafel heb je de JDW map, pen, rekenmachine, potlood en laptop
Jas uit,
telefoon weg,
tas op de grond,
geen eten :)
timer
5:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
R
T1
T2
I
Welkom!
Ga op je plek zitten.
Op je tafel heb je de JDW map, pen, rekenmachine, potlood en laptop
Jas uit,
telefoon weg,
tas op de grond,
geen eten :)
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Programma vandaag
Bespreken SO en herhalen theorie
Opgave
Theorie A,B Telproblemen
Opgave
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Programma periode 4
Hoofdstuk 8 Allerlei verbanden
Voorkennis, vermenigvuldigingsfactor, de formule van een lijn en grafieken verschuiven
8.1 Exponentiële groei
8.2 Procenten en groeifactoren
8.3 Tabellen en groei
Hoofdstuk 9 Spreiding, tellen en kans
Voorkennis , Centrummaten
9.1 Spreidingsmaten
9.2 De boxplot
9.4 Telproblemen
Slide 3 - Tekstslide
Programma vandaag
Leerdoel
Huiswerk
Afsluiting
Slide 4 - Tekstslide
SO
Slide 5 - Tekstslide
SO
Slide 6 - Tekstslide
SO
Slide 7 - Tekstslide
Theorie
Slide 8 - Tekstslide
Theorie
Slide 9 - Tekstslide
SO
Slide 10 - Tekstslide
Theorie
Slide 11 - Tekstslide
Theorie
Slide 12 - Tekstslide
Opgave
Slide 13 - Tekstslide
Startopdracht
Situatie:
Stel je voor dat je een kledingkast hebt met verschillende kledingstukken. Je wilt weten hoeveel verschillende outfits je kunt samenstellen. Een outfit bestaat uit één shirt, één broek en één paar schoenen.
Gegeven:
Je hebt 3 shirts: rood, blauw, groen.
Je hebt 2 broeken: jeans, zwart.
Je hebt 2 paar schoenen: wit, bruin.
Opdracht:
Bereken het totale aantal mogelijke outfits.
Wat als je een extra shirt (geel) toevoegt? Hoe verandert het aantal mogelijke outfits?
Wat als je een extra broek (wit) toevoegt? Hoe verandert het aantal mogelijke outfits?
Stel dat je in plaats van 2 paar schoenen 3 paar schoenen hebt (wit, bruin, zwart). Hoeveel mogelijke outfits kun je nu maken?
Wat als je geen beperkingen hebt op de kleuren van de kledingstukken? (bijvoorbeeld, stel dat je 4 shirts, 3 broeken en 5 paar schoenen hebt). Hoeveel mogelijke outfits kun je dan maken?
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan een boomdiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen.
Je kan een wegendiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen. Hier maak je gebruik van de vermenigvuldigingsregel.
Je kan bij telproblemen de mogelijkheden berekenen met of zonder herhaling.
Je weet bij dat bij sommige telproblemen de aantallen worden opgeteld. Hier pas je dan de somregel toe.
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
Hoeveel mogelijke opties zijn er in totaal?
Slide 16 - Tekstslide
Theorie
Slide 17 - Tekstslide
Theorie
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan een boomdiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen.
Je kan een wegendiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen. Hier maak je gebruik van de vermenigvuldigingsregel.
Je kan bij telproblemen de mogelijkheden berekenen met of zonder herhaling.
Je weet bij dat bij sommige telproblemen de aantallen worden opgeteld. Hier pas je dan de somregel toe.