4.1 Staatsvorming



Politiek in Theorie




4.1: Staatsvorming
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les



Politiek in Theorie




4.1: Staatsvorming

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

 staatsvorming


De institutionalisering van politieke macht tot een staat

Slide 4 - Tekstslide

  • Overheid kan dwingen om mee te doen aan collectieve actie:
  • Belastingmonopolie = overheid mag belasting innen
  • Geweldsmonopolie = overheid mag geweld gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

  • Staten hebben verschillende relaties tot elkaar
  • <- zie hiernaast
  • Machtsvacuüm: niemand heeft de macht

Slide 6 - Tekstslide

  • interne soevereiniteit: de staat heeft:
  • Het hoogste gezag over een groep mensen
  • valt binnen een bepaald grondgebied
  • heeft het gewelds- en belastingmonopolie
  • externe soevereiniteit: de andere landen accepteren de soevereiniteitsclaim.

Slide 7 - Tekstslide

Nu


Maken opdracht 1 

Slide 8 - Tekstslide

Staatsvorming in Europa
  • Start met staatsvorming in Europa door urbanisatie.
  • Feodalisme = adel verantwoordelijk voor het bestuur.
  • Eerst in lokale gemeenschappen, daarna centraal bestuur (centralisatie). Voorkeur voor koningen voor eenheid. Proces van democratisering start.

Slide 9 - Tekstslide

Democratisering
Het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht.

Let op: staat niet in de paragraaf!!

Slide 10 - Tekstslide

Staatsvorming in Nederland
  • Start met wederzijdse afhankelijkheid tussen burgers en soeverein; belasting voor bescherming.
  • Karel V slaagt erin NL te verenigen. Onder Filips II wordt Raad van State opgericht: advies orgaan van de overheid. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Staatsvorming in Nederland
  • Staten-Generaal opgericht na onafhankelijkheid van Spanje. Nu: 1e en 2e Kamer.
  • In 1815 wordt NL een constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet). Na 1848 krijgt NL ook een parlementair stelsel (1e en 2e Kamer het belangrijkste).

Slide 13 - Tekstslide

Rationalisering
Het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken.

Door nadenken op zoek naar verklaringen.

Slide 14 - Tekstslide

  • Rationalisering en staatsvorming beïnvloed(d)e(n) elkaar:
  • Staten opgericht voor veiligheid: om veiliger te zijn op zoek naar winst uit kolonies, hiervoor waren uitvindingen nodig om het nog makkelijker te maken. 
  • etc.

Slide 15 - Tekstslide

Nu
Maak opdracht 4 in duo's of trio's.

Maak een tijdlijn van de GS van NL (zie tekstverkenner opdr 3).
Maak die tijdlijn ook voor een Afrikaans land
Maak die tijdlijn ook voor een ander Europees land.

Dit kan bijvoorbeeld in Canva. Inleveren in Classroom.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdracht 3 & 5.

Slide 17 - Tekstslide