Herhaling H2

Herhaling H2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de begroting van Kyra hiernaast.
Bereken hoeveel zij per maand tekort/over heeft.
A
Over € 225
B
Tekort € 225
C
Kyra komt precies uit
D
Over € 280

Slide 4 - Quizvraag

Als je maandelijks geld tekort komt. Op welke uitgaven kan je dan het makkelijkst bezuinigen?
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven
D
Meer loon vragen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Je loon bij de Albert Heijn is € 123,50 per week. Hoeveel bedraagt je maandloon?
A
€ 555,75
B
€ 494,00
C
€ 535,17
D
€ 537,80

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Je bent aan het sparen voor een scooter. Deze kost € 2340,-. Je hebt al €450 gespaard. Elke maand kan je € 50,- sparen. Na hoeveel maanden kan je de scooter kopen?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat kost het om een scooter te rijden?
- De verzekering kost 181,50 per jaar.
- Je rijdt 300 km per maand.
- De scooter verbruikt 1 liter op 35 km.
- De benzineprijs is gemiddeld € 2,10 per liter.
Bereken hoeveel Joy kwijt is per maand aan haar scooter

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Je bekijkt in de etalage een nieuwe iPhone 15. Deze kost €1.295.- Het geld hiervoor heb je nog niet bij elkaar gespaard.
Welke twee geldfuncties worden hier gebruikt?
A
Ruilen
B
Rekenen
C
Sparen
D
Natura

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit op welke manier gezinnen zorgen voor de vraag naar geld en het aanbod van geld.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

De prijzen in een land stijgen met 3%.
Hoe noemen we dit fenomeen?
A
Deflatie
B
Inflatie
C
Koopkracht
D
Koopkracht daling

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit waarom het handig is om te sparen uit voorzorg.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Je opent bij de ABN Amro een spaardeposito voor 4 jaar. De rente is 2,73%. Het bedrag dat je inlegt is € 1200.
Bereken de rente na 1 jaar.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

In een land is de inflatie 13,5%. De gemiddelde lonen stijgen met 13,2%.
Waarvan is hier sprake?
A
Hyperinflatie
B
Deflatie
C
Koopkracht stijging
D
Koopkracht daling

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Je hebt 1500 aandelen gekocht op 1 december 2022 voor € 1,53 per stuk.
Je verkoopt deze aandelen op 31 oktober 2023 voor € 1,64. Bereken het rendement dat je hebt behaald.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn kredietkosten?
A
Rente
B
Afsluitkosten e.d.
C
Rente + Afsluitkosten e.d.

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel zijn de kredietkosten van deze lening?
A
€73
B
€2.190
C
€1.500
D
€690

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Soorten leningen, Welk plaatje moet waar? 
Hypotheek lening 
Persoonlijke lening 
Doorlopend krediet 
Rood staan 

Slide 35 - Sleepvraag

Je wil het huis hiernaast kopen en leent het hele aankoopbedrag.
Je sluit een hypotheek met een rente van 2,3% per jaar.
Hoeveel betaal je maandelijks aan rente?

Slide 36 - Open vraag

Ga naar www.funda.nl en zoek een droomhuis. Plaats de foto hieronder.

Slide 37 - Open vraag