Ziekenhuis module

Eindopdracht ziekenhuis module


Casus Frank Bomers

Floor Klumpers
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eindopdracht ziekenhuis module


Casus Frank Bomers

Floor Klumpers

Slide 1 - Tekstslide

Frank Bomers
Frank 47 jaar oud, is aangetroffen door zijn vrouw. Frank zat onderuitgezakt in de stoel, zijn rechterarm hing naar beneden, afhangende mondhoek en kon moeilijk uit zijn woorden komen.
Hij is per ambulance naar SEH gebracht. 

Frank gebruikt vitamine D op eigen initiatief en is bekend met hypercholesterolemie. 

Slide 2 - Tekstslide

Hypercholesterolemie
Sprake van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Cholesterol zorgt voor de aanmaak van cellen en hormonen. 
 Door hypercholesterolemie ontwikkelen zich hart en vaatziekten.

Slide 3 - Tekstslide

Op welke manier heeft Vitamine D invloed op hypercholesterolemie?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel procent heeft een bloeding (arteriële dissectie) bij een CVA?
Hoeveel procent heeft een afsluiting van het bloedvat (infarct) bij een CVA?
20%
80%

Slide 5 - Sleepvraag

Gekozen methodiek 

SBARR, omdat er op de SEH in cruciale momenten snel gehandeld moet worden met het bellen van artsen en je op deze manier de situatie snel en duidelijk in beeld krijgt.

Slide 6 - Tekstslide

Welke methodiek paste volgens jou het beste bij deze casus?
A
SBARR
B
ABCDE

Slide 7 - Quizvraag

Klinisch redeneren; stap 1: oriënteren op de situatie
Gezondheidstoestand: 
Op de SEH zijn de volgende waarden verkregen, namelijk:  
Reactiepatroon AVPU  Alert 
Oriëntatievermogen  Brabbelt, maar volgt wel instructies op.  
Ademfrequentie   22 a/m 
Saturatie  96% 
Kleur  Grauw in het gelaat 
NIBP  205/115mmHG 
Hartfrequentie  104 p/m 
Hartritme  Sinus 
Pulsatie  Krachtig 
Halsvenen  Normaal 
Cap refill tijd  2 sec 
Diurese  Onbekend/incontinent 
Turgor  Normaal 
Temperatuur  36,7 
Pijnscore  0 
Niet pluis  1 
EMV  E: 4 M:4 V:3 

Slide 8 - Tekstslide

Stap 2; klinische probleemstelling
Welke problemen zijn er? 
Somatische en psychische aspecten;
Het somatische aspect is vooral voor de zorgvrager zelf heel moeilijk, je moet veel hulp vragen en revalideren naar zelfstandigheid.

Het is psychisch een zwaar ziektebeeld, het ene moment kan je alles en het andere moment niets meer. In dit proces moeten zowel dhr al zijn vrouw begeleidt worden.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 3; aanvullend onderzoek
Voor aanvullend onderzoek heb ik naast de SBARR en EWS ook de FAST methode ingevuld.

Daarnaast is het belangrijk om:
Bloedonderzoek voor een cholesterol en suikerbepaling
CT-scan: onderzoek naar afwijkingen aan longweefsel, bloedvaten, organen.
Hartfilmpje (ECG): onderzoek naar werking hart en hartritme

Slide 10 - Tekstslide

FAST methode
F
A
S
T
vraag aan de persoon om te lachen of de tanden te laten zien. Als de mond scheef staat of een mondhoek naar beneden hangt, kan dit duiden op een beroerte.
vraag aan de persoon om beide armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenzijde van de hand naar boven. Als een arm wegzakt of rondzwalkt kan dit duiden op een beroerte.
vraag aan de persoon of aan omstanders of er verandering in het spreken zijn opgetreden. Als de persoon onduidelijk begon te spreken of niet meer uit de woorden kon komen, kan dit duiden op een beroerte.
Het is belangrijk om bij één of meer signalen zoals hierboven beschreven, de tijd van aanvang van de verschijnselen te onthouden en door te geven aan de huisarts of aan 112. dit is van belang voor de behandeling.

Slide 11 - Sleepvraag

Stap 4; verpleegkundig beleid
Informatie paraat en (instrumenten) voorbereiden;

Een CVA moet zo snel mogelijk worden behandelt. (Binnen 4,5 uur na het ontstaan van een herseninfarct is een behandeling mogelijk om het stolsel op te lossen met medicijnen. Binnen 6 uur kan de arts het stolsel nog weghalen met een holle draad (katheter). Hoe sneller de verstopping in een hersenvat opgelost is, hoe groter de kans op een goed herstel. )

Er moet dus een infuus worden geprikt, materialen klaarmaken voor een Intra-arteriële behandeling.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 5; verloop
Gevolgen op korte en lange termijn;
Na een CVA volgt meestal revalidatie. Onder deskundige begeleiding wordt er gewerkt aan herstel. Het doel is om weer terug te werken naar zelfredzaamheid. Revalidatie duurt gemiddeld een half jaar.
Direct na een beroerte is niet te voorspellen wat de kans op herstel is. Dit hangt af van welk deel beschadigd is en de ernst van de beroerte.  Meestal kan een arts na enkele weken een voorzichtige voorspelling doen. De grootste vooruitgang vindt plaats in de eerste weken. 

Slide 13 - Tekstslide

Stap 6; evaluatie
Waarop zou er geëvalueerd kunnen worden?

Is er gehandeld t.a.v. protocollen, patiënt veiligheid, kwaliteit van zorg.
Wat kan er de volgende keer beter, is de patiënt tevreden, was er een goede samenwerking tussen de disciplines?

Slide 14 - Tekstslide

Diagnose 

Slide 15 - Tekstslide

Verpleegkundige interventies, waar ligt de nadruk

De nadruk ligt op het zo snel mogelijk handelen van de arts, het starten van de behandeling; starten met een stolsel oplossend medicijn via het infuus (intraveneuze trombolyse), of in de acute fase het stolsel weghalen met een holle draad. Daarnaast moet dhr constant worden gemonitord en geobserveerd.

Ook wordt de nadruk gelegd op het geestelijke welbevinden van Dhr en naasten;
Het is belangrijk dat er wordt verteld aan de naasten over de toestand van dhr en wat de verwachtingen zijn van het verdere verloop. Maar ook wat eventueel de complicaties kunnen zijn. (voorlichtingsbehoefte aan de familie)​

Slide 16 - Tekstslide

Verpleegkundige rol gedurende de opname
Gezondheidsbevorderaar: Door steeds de voortgang te monitoren en op tijd in te grijpen bij veranderingen ben je bezig met de gezondheid van Dhr. Dit kan ook zijn doormiddel van medicatie toediening, observatie en adl handelingen. 
Zorgverlener: Als verpleegkundige monitor je geregeld de voortgang en bewaak je de zorgverlening. Ook zorg je ervoor dat de familie van informatie wordt voorzien en stel je de benodigde zorg vast. ​
Organisator: Als verpleegkundige zorg je ervoor dat de opdrachten van de artsen worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld zijn het toedienen van medicatie, onderzoeken uitvoeren en scans maken, monitoren van bloeddruk. Je zorgt dat alles is geregeld zodat er direct kan worden gewerkt en gehandeld. ​
Samenwerkingspartner: Je moet op gelijkwaardige niveau kunnen samenwerken met verschillende disciplines binnen de organisatie.
Professional en kwaliteitsbevorderaar: Als verpleegkundige zorg je ervoor dat alle zorg aan de kwaliteiten voldoet. Waar nodig zorg je ervoor dat de kwaliteit wordt verbeterd. Ook moet je je houden aan de wet- en regelgeving.​
Communicator: Je communiceert met de zorgvrager en zijn naasten, maar ook met andere betrokkenen. Hiervoor moet je goed kunnen inleven en luisteren. ​
Reflectieve EBP- professional: Je handelt volgens EBP en reflecteert op eigen handelen. Je doet onderzoeken, zet vp interventies in en maakt gebruik van instrumenten.

Slide 17 - Tekstslide

Opname 

Bij opname krijgt hij een identificatiebandje om haar pols met daarop zijn naam, geboortedatum en een barcode. Dhr krijgt met meerdere zorgverleners te maken. Zij zorgen samen voor de behandeling. De hoofdbehandelaar is eindverantwoordelijke en zorgt onder andere voor een goede afstemming tussen zorgverleners.
Ontslag

De behandeld arts stelt Dhr op de hoogte wanneer hij weer naar huis mag. Er vindt eerst een ontslaggesprek plaats voordat hij weggaat. Dit vindt meestal plaats voor 10.00 uur. Het ziekenhuis brengt de wijkverpleging of revalidatieplaats op de hoogte van het ontslag. Het is wel belangrijk dat er gecontroleerd wordt of alle zaken rond het vertrek zijn geregeld zoals:​
De overdracht 
Eventuele recepten​ (medicatie)
Een telefonische nacontrole afspraak




Slide 18 - Tekstslide

Wat is volgens jullie essentieel in de dagindeling van Dhr Bomers?

Slide 19 - Open vraag

verwachtingen
Er wordt zo snel mogelijk behandeld,  gerevalideerd met de eerder genoemde disciplines, kijken naar terugkeer naar huis of een revalidatie plek.

Slide 20 - Tekstslide

Op welke visie is de zorg in de toekomst het meest gericht
A
Cure
B
Care

Slide 21 - Quizvraag


Vragen en Feedback

Slide 22 - Tekstslide