Les 8 schrijfvaardigheid oefenen

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
+ laptop + schrift + planagenda 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
+ laptop + schrift + planagenda 

Slide 1 - Tekstslide

Wie is aanwezig?
Geen huiswerk? Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- uitleg + aantekening der /die /das
- opdrachten maken online
- oefentoets "schrijven"

Slide 3 - Tekstslide

Planagenda:

26 september: Huiswerk Duits
- oefentoets schrijven (wordt gecontroleerd) 



timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de juiste lidwoorden naar de juiste vorm.
mannelijk [m]
onzijdig [o]
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die

Slide 5 - Sleepvraag

De belangrijkste groepen:

Alle mannelijke personen + dieren          

Alle dagen + maanden

Alle jaargetijden + alle soorten neerslag

Alle auto's    





Wanneer is een zelfstandig naamwoord MANNELIJK?

Slide 6 - Tekstslide

der Mann           der Stier            der Pilot
der Junge         der Hahn           der Lehrer
der Vater           der Wolf           der Minister

der Montag        der Januar           der Wind      
der Sonntag      der Dezember    der Regen

der Mercedes                              der Sommer     der Herbst
der Ferrari                                    der Frühling     der Winter




MANNELIJKE zelfstandige naamwoorden

Slide 7 - Tekstslide

De belangrijkste groepen:

Alle vrouwelijke personen + dieren

Alle cijfers

Veel bomen en bloemen

Veel woorden die eindigen op -e




Wanneer is een zelfstandig naamwoord VROUWELIJK?

Slide 8 - Tekstslide

Veel woorden die eindigen op:                

       -schaft        die Eigenschaft     =    de eigenschap
       -ei                die Fischerei          =    de visserij
       -heit            die Gelegenheit    =    de gelegenheid
       -ung            die Zeitung            =    de krant
       -keit            die Richtigkeit      =     de juistheid
       -ion             die Tradition          =    de traditie
       -ität            die Identität           =    de identiteit



Wanneer is een zelfstandig naamwoord VROUWELIJK?

Slide 9 - Tekstslide

die Frau         die Kuh             die Pilotin
die Tante       der Katze         die Lehrerin
die Mutter     die Wölvin       die Ministerin

die Eins                    die Eiche                     die Tasse
die Neun                 die Rose                       die Frage
die Zwanzig            die Tulpe                      die Reise
    1 - 9 - 20
VROUWELIJKE zelfstandige naamwoorden

Slide 10 - Tekstslide

De belangrijkste groepen:

VEEL woorden die in het NL het lidwoord  'het'  krijgen

ALLE verkleinwoorden (deze eindigen op -chen  of  -lein)

ALLE letters van het alfabet

(Veel woorden die met -Ge beginnen EN op -e eindigen)






Wanneer is een zelfstandig naamwoord ONZIJDIG?

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer is een zelfstandig naamwoord ONZIJDIG?
das Haus           das Mädchen               das Schwimmen
das Kind           das Gummibärchen    das Laufen
das Ding           das Kindlein                 das Singen


das A              das Gebäude  
das B              
das K                 


    

Slide 12 - Tekstslide

En bij het MEERVOUD?
die Menschen  
die Hunde
die Frauen
die Männer
die Tiere
die Blumen
die Katzen
die Gummibärchen







Einfach immer DIE

Slide 13 - Tekstslide

Basisregel der-, die- en das-woorden
Er zijn verschillende manieren om te zien of een zelfstandig naamwoord een der, die of das woord is: 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Quiz

DER 
DIE 
DAS

Bedenk eerst welk lidwoord er in het Nederlands voor komt!
SUCCES!!!

Slide 16 - Tekstslide

... Tier
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

... Katze
der/die/das
4/5
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

... Haus
der/die/das
2/5
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Welk lidwoord hebben alle dagen en maanden?
(...Montag, ... Februar)
der/die/das
2/8
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

... Gummibärchen
der/die/das
4/5
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

... Sohn
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

Alle "das" woorden zijn ...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 23 - Quizvraag

... Katze
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quizvraag

Duitse mannelijke zelfstandige naamwoorden hebben als lidwoord:
der/die/das
1/5
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quizvraag

... Großvater
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quizvraag

Het lidwoord van Wölvin is
'die'
want:
A
alle gevaarlijke dieren zijn vrouwelijk
B
het is een vrouwelijk dier

Slide 27 - Quizvraag

... Garten
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quizvraag

... Lehrerin
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quizvraag

... Winter
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

groep 1--> klaslokaal
groep 2 --> plein

Slide 31 - Tekstslide

maken in de les:
2.1 --> oprd. 7 / 8 / 9 / 10  / 11
2.2 --> opdr. 1 
2.2 --> opdr. 6  / 8 

Klaar?  -->  oefentoets schrijven 


timer
15:00
timer
15:00
Zelfstandig en stil
Fluisterstem

Slide 32 - Tekstslide

opdracht:  oefentoets schrijven
- neem de opdracht over in je schrift en maak de oefentoets af tot de volgende les Duits!

- dit huiswerk wordt gecontroleerd! 

Slide 33 - Tekstslide

Ga naar Na Klar online: 
volgende les:
---> 2.6 opdracht 8 en 9 maken
(Opdracht 9 nakijken en je verbeterde eindversie in je schrift over schrijven)

Klaar? ---> 
laat je eindversies (opdracht 8a en 9)  in je schrift  aan je docent zien. Je krijgt daarna een oefentoets om te maken. 

Slide 34 - Tekstslide