Voorbereiding:
1. Zorg ervoor dat er minimaal twee leerkrachten/begeleiders aanwezig zijn tijdens deze les; één die bij de leerlingen aanwezig is tijdens het filmen, en één persoon die bij de leerlingen aanwezig is die op dat moment geen directe taak hebben hebben (en bijv. in de klas kunnen gaan werken).
2. Controleer of de leerlingen voor aanvang van deze les alle props, kleding en accessoires die nodig zijn in de film mee naar school hebben genomen.
3. Kopieer het verhaal voor alle leerlingen en lees het verhaal gezamenlijk nog een keer het filmverhaal door.
Vandaag dus de draaidag (oftewel de dag dat er gefilmd wordt) . Zoals LessonUp al aangeeft: niet iedereen heeft de hele tijd iets te doen. Vandaar het werkboekje met opdrachten om zelf aan de gang te gaan.
Benodigdheden:
LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 7/8, les 7 Filmen’
Bijlage 1.2: Werkblad verhaal (gr 1 t/m 8, les 1) ingevuld
Werkboekje blz xx
puzzels, kleurplaat, kwartetspel per groepje
tekengerei (kleurpotloden/stiften/wasco)
touw met wasknijpers/plakband/nietmachine
Lesinhoud:
Verkenning: inhoud en introductie
Informatie: film opnemen
Extra opdrachten: puzzels, kleurplaat, kwartet
Afsluiting: evaluatie
Leerdoelen:
Nog aanvullen leerlijn
1. Op basis van goede voorbereiding alle onderdelen die horen bij het maken van een film overzichtelijk en gestructureerd bijeen brengen in het filmproces.
2. Samenwerking van alle betrokken leerlingen, ieder vanuit de eigen specifieke rol en taakopdracht.
Opdracht:
Vandaag gaan we de film opnemen. In les xx hebben jullie de rollen en taken verdeelt. Wie zijn de cameraman/vrouw? Wie is de regisseur? Wie zijn de acteurs? Wie is van de art direction? Nu is het de draaidag, zo noem je de dag waarom je gaat filmen. Dit is de dag op de set waar het filmen gaat beginnen en de klas/school is voor vandaag jullie filmset. Als het goed is liggen de props (de attributen klaar) voor leerling(en) van de art direction. Deze leerling(en) zorgen dat alles klaar ligt bij elke scène.
Voor wie niet direct bij het filmen is betrokken:
Mochten er leerlingen zijn die niet in bepaalde scènes hoeven te spelen, dan kun je hen in de klas een extra opdracht laten doen. Deze opdrachten staan in het werkboekje.
1. Puzzel
Laat de leerlingen de woordzoeker en kruiswoordpuzzel maken. In de eerste puzzel strepen de leerlingen de woorden weg en de overgebleven letters vormen de oplossing van de woordzoeker (’de filmfabriek’). De antwoorden zijn te vinden achter in het boekje blz. xx
2. Kleurplaat
Bedenk welke les je het leukst vond. Schrijf in steekwoorden op waarom. Laat de leerlingen de afbeeldingen inkleuren. Let op; bewaar deze kleurplaten goed, want die heb je in de volgende les weer nodig.
3. Kwartet
Maak groepjes van ± 4 leerlingen. Geef elk groepje het kwartetspel (met 9 kwartetten). Laat de leerlingen het spel spelen. Uitgespeeld? Laat de leerlingen van de kwartetkaartjes een tijdlijn maken. Op alle kwartetkaartjes staat een datum (m.u.v. het kwartet over de filmposters). Laat de leerlingen steeds naar de eerste datum op het kaartje kijken. Laat ze alle kaartjes op volgorde leggen; het oudste jaartal eerst, en het meest recente jaartal onderop. Hang de kaartjes op die volgorde in de klas op. Bijv. aan een lang draad met wasknijpers, of met plakband op het raam. Je kunt de kaartjes ook aan elkaar nieten en als één lange slinger in de klas hangen.
Afsluiting (5 minuten)
Bespreek met de leerlingen wat ze van het filmen vonden. Vonden ze het leuk? Ging het goed?