Les 16 / 7-11

Donderdag 7-11 2024
7 november 2024
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 3 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 7-11 2024
7 november 2024

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • dictee 5.5 t/m 5.9
  • 5.9 Wat zijn uw klachten?
  • 5.10 Dokter - dokters
  • 5.11 Woorden met oor, eer of eur
  • 5.12 Naar de apotheek
  • 5.13 Waarom?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan jullie leren?
  • Je kan je klachten vertellen
  • Je leert meervoud met een s aan het eind
  •  Je leert nieuwe woorden met oor, eer of eur
  • Je leert spreken bij de apotheek

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

5.9 Wat zijn uw klachten

Slide 5 - Tekstslide

5.9 Wat zijn uw klachten?
  • Twee vrienden ontmoeten elkaar, stel vragen over de ziekte
  • Zoek de vragen bij de juiste antwoorden
  • Klassikaal een vraag met een antwoord noemen
  • Antwoorden weg en vragen beantwoorden zonder vb
  • Plaatje met een klacht. Vragen stellen in tweetallen 

Slide 6 - Tekstslide

Beantwoord de whatsapp vragen
  • Hoi. Je bent niet in de les. Hoe gaat het met je?
  • Oei, dat is niet leuk. Wat zijn je klachten?
  • Sinds wanneer ben je ziek?
  • Veel beterschap. Tot snel! 

Slide 7 - Tekstslide

5.10 Dokter - dokters

Slide 8 - Tekstslide

5.10 Voorwerpenspel
  • verdelen in twee teams
  • de docent houdt een voorwerp omhoog
  • wie het eerste het meervoud schrijft en omhoog houdt krijgt een punt
  • maak een zin met dit meervoud

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden 5.10

Slide 10 - Tekstslide

5.11 Woorden met eer, oor, eur

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden 5.11

Slide 12 - Tekstslide

5.12 Naar de apotheek

Slide 13 - Tekstslide

5.12 Naar de apotheek
  • Welke vragen hoor je in de apotheek? 
  • Maak de zinnen compleet (eerste blad)
  • Bedenk vragen bij de apotheek (tweede blad)
  • in tweetallen (derde blad en vierde blad)

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden 5.12

Slide 15 - Tekstslide

5.13 Waarom?

Slide 16 - Tekstslide

5.13 Waarom?
  • Iemand stelt een vraag, de ander geeft antwoord.
  • 1 = wie?
  • 2 = wat?
  • 3 = waar?
  • 4 = wanneer?
  • 5 = hoeveel?
  • 6 = waarom?

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden 5.13

Slide 18 - Tekstslide

5.14 Bij de tandarts

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden 5.13

Slide 21 - Tekstslide

Hoe was de les?

Slide 22 - Tekstslide

huiswerk voor dinsdag
  • Boek:             Leer de blauwe woorden van 5.10 t/m 5.12

  • Computer:  Maak alle opdrachten t/m 5.12


                                                                                         

Slide 23 - Tekstslide