1.2 Plantenrijk

1.2 Plantenrijk
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1.2 Plantenrijk

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 
Organisme uit de vier rijken
1.1 Organisme indelen 
1.2 Plantenrijk 
1.3 Dierenrijk 
1.4 Schimmel en bacterierijk 
1.5 Voedselkringloop 
1.6 Biotechniek 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • de 4 organen van een plant benoemen, met hun functie.
  • een correcte beschrijving geven van de begrippen ‘cel’, ‘weefsel’ en ‘orgaan’.
  • plantencellen, weefsels en organen herkennen en benoemen in een afbeelding.
  • de bouw van een plantencel herkennen, en alle onderdelen van de plantencel benoemen.
  • de functies van de onderdelen van een (planten)cel benoemen.
  • stevigheid bij kruidachtige planten en houtachtige planten uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

.Zo’n groep organismen noem je een rijk

Slide 4 - Tekstslide

Onderdelen van een plant

Slide 5 - Tekstslide

Filmpje online omgeving

Slide 6 - Tekstslide

De plantencel
In de celkern zit DNA 

DNA bepaalt de erfelijke eigenschappen van een organisme. DNA regelt alles wat er in een cel gebeurt en welke stoffen de cel maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De plantencel
  • De celwand is een stevige laag buiten om de cel.
  • Het celmembraan is een dun vlies dat binnen tegen de celwand ligt.
  • Het cytoplasma is een stroperige vloeistof.
  • In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. Daarbij wordt met energie uit zonlicht glucose (een soort suiker) gemaakt.
  • De vacuole is een blaasje in het midden van de cel. 

Slide 9 - Tekstslide

Vacuole 
De volle vacuole drukt, via het cytoplasma, tegen de celwand. Daardoor is de cel stevig. 

Je kunt de vacuole vergelijken met de binnenband van je fiets. Volgepompt met lucht drukt die tegen de buitenband.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • de 4 organen van een plant benoemen, met hun functie.
  • een correcte beschrijving geven van de begrippen ‘cel’, ‘weefsel’ en ‘orgaan’.
  • plantencellen, weefsels en organen herkennen en benoemen in een afbeelding.
  • de bouw van een plantencel herkennen, en alle onderdelen van de plantencel benoemen.
  • de functies van de onderdelen van een (planten)cel benoemen.
  • stevigheid bij kruidachtige planten en houtachtige planten uitleggen.

Slide 11 - Tekstslide

Hw maken: 1.2
Opdracht 1 t/m 16

Slide 12 - Tekstslide

1.2 Plantenrijk

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 
Organisme uit de vier rijken
1.1 Organisme indelen 
1.2 Plantenrijk 
1.3 Dierenrijk 
1.4 Schimmel en bacterierijk 
1.5 Voedselkringloop 
1.6 Biotechniek 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • de 4 organen van een plant benoemen, met hun functie.
  • een correcte beschrijving geven van de begrippen ‘cel’, ‘weefsel’ en ‘orgaan’.
  • plantencellen, weefsels en organen herkennen en benoemen in een afbeelding.
  • de bouw van een plantencel herkennen, en alle onderdelen van de plantencel benoemen.
  • de functies van de onderdelen van een (planten)cel benoemen.
  • stevigheid bij kruidachtige planten en houtachtige planten uitleggen.

Slide 15 - Tekstslide

De plantencel
  • De celwand is een stevige laag buiten om de cel.
  • Het celmembraan is een dun vlies dat binnen tegen de celwand ligt.
  • Het cytoplasma is een stroperige vloeistof.
  • In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. Daarbij wordt met energie uit zonlicht glucose (een soort suiker) gemaakt.
  • De vacuole is een blaasje in het midden van de cel. 

Slide 16 - Tekstslide

Vacuole 
De volle vacuole drukt, via het cytoplasma, tegen de celwand. Daardoor is de cel stevig. 

Je kunt de vacuole vergelijken met de binnenband van je fiets. Volgepompt met lucht drukt die tegen de buitenband.

Slide 17 - Tekstslide

Kruidachtige planten
Houtachtige planten
Kruidachtige planten
Houtachtige planten

Slide 18 - Tekstslide

Houtachtigepanten 
Houtcellen, dat zijn cellen met dikke celwanden die gemaakt zijn van de harde houtstof.

Volgroeide houtcellen gaan dood en de inhoud van de cel verdwijnt. 
Ook verdwijnen de tussenwanden, waardoor cellen buisjes vormen 

De celwanden zijn met kleurstof rood gemaakt

Slide 19 - Tekstslide

Cellen houtachtige plant
Volgroeide houtcellen gaan dood en de inhoud van de cel verdwijnt.

 
Ook verdwijnen de tussenwanden, waardoor cellen buisjes vormen

Slide 20 - Tekstslide

de kruidachtige planten zijn stevig door
A
Houtstof
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 21 - Quizvraag

Houtachtig of kruidachtig?
A
houtachtig
B
kruidachtig

Slide 22 - Quizvraag

Is dit een kruidachtige- of houtachtige plant?
A
Kruidachtig
B
Houtachtig

Slide 23 - Quizvraag


Is dit een houtachtige of kruidachtige plant?
A
Houtachtige
B
Kruidachtige

Slide 24 - Quizvraag

Vaste plant met lijnvormige bladeren, bloeit met een aar, wintergroen
Jonge scheuten kruidachtig, rest vaak verhout, worden vastgehouden door hechtwortels, ranken of ze draaien ergens omheen
Kruidachtig, bladeren en takken vers en groen, vaak rijkbloeiend, sterft vaak af in de winter
Bolvormig deel van een plant die onder de grond groeit.
Vertakking vanaf de grond, laag in de plant verhout.
Houtachtig duidelijke stam.

Slide 25 - Sleepvraag

Deze cellen tref je aan in                       planten. Zij krijgen hun stevigheid door                       . 
Bekijk de afbeelding rechts onderaan.
In wat voor een plant tref je deze cellen aan? 
Sleep de juiste woorden naar de plek.
1
2
houtachtige
kruidachtige
houtstof
water

Slide 26 - Sleepvraag

Leerdoelen:
  • de 4 organen van een plant benoemen, met hun functie.
  • een correcte beschrijving geven van de begrippen ‘cel’, ‘weefsel’ en ‘orgaan’.
  • plantencellen, weefsels en organen herkennen en benoemen in een afbeelding.
  • de bouw van een plantencel herkennen, en alle onderdelen van de plantencel benoemen.
  • de functies van de onderdelen van een (planten)cel benoemen.
  • stevigheid bij kruidachtige planten en houtachtige planten uitleggen.

Slide 27 - Tekstslide

HW maken

Slide 28 - Tekstslide