conflictsituaties en conflicthantering

Conflictsituaties en conflicthantering
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Conflictsituaties en conflicthantering

Slide 1 - Tekstslide

Conflict

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Conflict
Een conflict is niet altijd negatief, het ligt eraan of er een gezamenlijke oplossing wordt gevonden

Slide 4 - Tekstslide

Soorten conflicten
Inhoudelijk conflict gaat over de inhoud van het werk  bv een  bepaalde regel

Belangenconflict (je eigen belang botst met dat van anderen) 

Sociaal-emotioneel conflict ( gaat over gevoelens en emoties, waarden en normen

Slide 5 - Tekstslide

geef een voorbeeld van een inhoudelijk conflict

Slide 6 - Open vraag

geef een voorbeeld van een belangenconflict

Slide 7 - Open vraag

geef een voorbeeld van een sociaal-emotioneel conflict

Slide 8 - Open vraag

Is ruzie en conflict hetzelfde? Motiveer je antwoord.

Slide 9 - Open vraag

Ruzie en conflict
Ruzie: je bent allebei boos, vecht voor eigen gelijk , woordenwisseling die gepaard kan gaan met  hoog oplopende emoties die je uit naar elkaar 
(ruzie is een uit de hand gelopen sociaal-emotioneel conflict)
Conflict: hierbij spelen emoties niet altijd een rol, je kunt er professioneel mee omgaan 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Conflicthantering | stijlen
Omgaan met conflicten is moeilijk
 
Mensen hebben hun eigen manier om hiermee om te gaan 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Forceren en vechten
Forceren: je wilt jouw mening doordrukken 
Vechten: je komt op voor jouw belangen 
 
 Hier geldt het recht van de sterkste 
 Geen effectieve manier  wanneer het gaat om de relatie

Slide 14 - Tekstslide

Ontlopen en vermijden
Je spreekt je bezwaren niet uit, maar houdt ze voor je 
De ander kan daarom niet reageren op jouw bezwaren 
 
 Kans op uitbarsting als het opstapelt 
 Het probleem blijft bestaan  
 Geen effectieve manier  wanneer het gaat om een gelijkwaardige  relatie of oplossen van een probleem

Slide 15 - Tekstslide

Aanpassen en toegeven
Het conflict wordt wel besproken, maar jij geeft toe 
Je wilt de relatie of samenwerking niet op het spel zetten 
 
 Is niet altijd verkeerd, soms stel je je mening bij
 Is wel verkeerd als jij altijd degene bent die toegeeft 

Slide 16 - Tekstslide

Samenwerken en oplossen
Je ziet conflict als gezamenlijk probleem 
Empathie (inlevingsvermogen) is belangrijk 
Vraagt communicatieve vaardigheden (luisteren, vragen) 
 
 Gezamenlijke oplossing 
 Effectieve manier 
 Leer kinderen naar elkaar te luisteren 

Slide 17 - Tekstslide

Onderhandelen en compromis
Je zoekt samen naar een tussenoplossing (compromis) 
Je vindt het allebei acceptabel, je kunt ermee leven 
 
 Vraagt een zakelijke, verstandelijke benadering  
 Je moet allebei dingen los kunnen laten 
 Effectieve manier als beide partijen grote belangen hebben 

Slide 18 - Tekstslide

Welke manier herken jij bij jezelf?
A
Forceren en vechten
B
Ontlopen en vermijden
C
Aanpassen en toegeven
D
Geen van deze drie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Welke voorkeurstijl kwam uit de test?
A
Forceren en vechten
B
Ontlopen en vermijden
C
Aanpassen en toegeven
D
Geen van deze drie

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Conflictbemiddeling
Als je er samen niet uitkomt 
Bemiddelaar praat met beide partijen 
Doel: oplossing vinden die voor beiden acceptabel is 
 
Professionele bemiddeling heet: mediation 

Slide 24 - Tekstslide

Oplossen in drie stappen
  1. Elkaars behoeften duidelijk krijgen 
  2. Samen oplossingen bedenken en afspraken maken 
  3. Nagaan of de oplossing echt werkt 

Slide 25 - Tekstslide