1mhv lidwoord en avoir

grammaire
lidwoorden & avoir
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

grammaire
lidwoorden & avoir

Slide 1 - Tekstslide

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een vrouwelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les/des

Slide 2 - Quizvraag

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?
A
le/un
B
la/une
C
les/des

Slide 3 - Quizvraag

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een mannelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les/des

Slide 4 - Quizvraag

Le/la/l'
C’est _________ chien adorable.

Slide 5 - Open vraag

le/la/l'?
C’est __________ garçon sympa.

Slide 6 - Open vraag

le/la/l'?
C’est __________ piscine énorme.

Slide 7 - Open vraag

le/la/l'?
c’est __________ hôtel formidable !

Slide 8 - Open vraag

un/une?
c'est ____ soeur migonne.

Slide 9 - Open vraag

un/une?
C'est _____ stylo noir.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

avoir
=
 hebben
Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
as
avez
a
ai
ont
avons

Slide 12 - Sleepvraag

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous __________ une grande famille.

Slide 14 - Open vraag

J’__________ une sœur et trois frères.


Slide 15 - Open vraag

Ma sœur ____ douze ans.

Slide 16 - Open vraag

Mes frères __________ dix et huit ans.


Slide 17 - Open vraag

Et toi, tu __________ aussi une grande famille ?

Slide 18 - Open vraag

Ik ken de lidwoorden en "avoir" (hebben) en kan ze toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll