Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1HV Blok 3 Grammatica Lijdend voorwerp
T205 - Grammatica
Herhaling zinsontleding
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
Nieuw
- Lijdend voorwerp
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
T205 - Grammatica
Herhaling zinsontleding
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
Nieuw
- Lijdend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Les en doelen
We gaan eerst oefenen met grammatica (pv, wwg en ow)
Daarna uitleg over het lijdend voorwerp.
Doel: Je kunt het lijdend voorwerp in een zin benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
De clubleiding wil de vernielzuchtige supporters hun lidmaatschap ontnemen. Wat is het wwg?
Slide 3 - Woordweb
De clubleiding wil de vernielzuchtige supporters hun lidmaatschap ontnemen. Wat is het onderwerp?
A
De clubleiding
B
de vernielzuchtige supporters
C
hun lidmaatschap
D
zit er niet in
Slide 4 - Quizvraag
Volgende week donderdag haalt de taxichauffeur de reizigers om zes uur op. Wat is het wwg?
Slide 5 - Woordweb
Volgende week donderdag haalt de taxichauffeur de reizigers om zes uur op. Wat is het onderwerp?
A
Volgende week donderdag
B
de taxichauffeur
C
de reizigers
D
om zes uur
Slide 6 - Quizvraag
Wat weet jij over een lijdend voorwerp?
Slide 7 - Woordweb
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de basiszin bij het werkwoord ‘werken’?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de basiszin bij het werkwoord ‘bestellen’?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Lijdend voorwerp (LV)
Het lijdend voorwerp
is het voorwerp dat het onderwerp nodig heeft om de handeling uit te voeren.
Bij sommige werkwoorden bestaat de basiszin uit drie zinsdelen en dan is het derde zinsdeel het lijdend voorwerp.
Vragen: Wat is de handeling? Wie voert de handeling uit? Wat is nodig bij de handeling?
Slide 10 - Tekstslide
Lijdend voorwerp (LV)
Je stelt de vraag: wie/wat + wwg + ow?
Het antwoord is het lijdend voorwerp.
Let op: het lijdend voorwerp begint
NOOIT
met een voorzetsel!
Slide 11 - Tekstslide
Welke opgaven moeten we maken?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Welke opgaven
B
we
C
moeten maken
D
zit er niet in
Slide 12 - Quizvraag
Onze leraar verzamelt oude lp’s.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Onze leraar
B
verzamelt
C
oude lp's
D
lp's
Slide 13 - Quizvraag
De verliefde jongen kocht een roos.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
De verliefde jongen
B
kocht
C
een roos
D
zit er niet in
Slide 14 - Quizvraag
Gisteren heeft mijn moeder alle shirts van ons elftal gewassen.
Wat is 'alle shirts van ons elftal'?
A
wwg
B
ond
C
lv
D
az
Slide 15 - Quizvraag
Wat snap je niet over
het lijdend voorwerp?
Slide 16 - Woordweb
En nu oefenen!
De Brug
blz. 247
Opdracht 4
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Blok 3 Grammatica Lijdend voorwerp
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, havo, vwo
Leerjaar 1,2
1HV Blok 3 Grammatica Lijdend voorwerp
April 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Lijdend voorwerp paragraaf 7
Februari 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1HV Blok 3 Grammatica Lijdend voorwerp
April 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica Lijdend voorwerp
Mei 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1H1 donderdag 1 december 2022
December 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1TL Grammatica lijdend voorwerp 1e
Maart 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1E Les 3 Grammatica
Maart 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2