- maandag 11 februari (S.O.) vocab en stones van theme 2 - maandag 18 februari (P.W.) vocab, stones en grammatica van theme 2 + alle onregelmatige werkwoorden
Slide 4 - Tekstslide
Herhaling
much / many (a) little / (a) few
Slide 5 - Tekstslide
much / many / (a) little / (a) few
much / many = veel
Much
niet telbaar, geen meervoud van maken
begrippen, poedertjes, vloeistoffen en gassen
Many > telbaar, je kunt er meervoud van maken
Slide 6 - Tekstslide
much / many / (a) little / (a) few
little / few = weinig
little
niet telbaar, geen meervoud van maken
begrippen, poedertjes, vloeistoffenen gassen
few > telbaar, je kunt er meervoud van maken
Slide 7 - Tekstslide
much / many / (a) little / (a) few
a little = een beetje niet telbaar, geen meervoud van maken begrippen, poedertjes, vloeistoffenen gassen a few = een paar telbaar, je kunt er meervoud van maken
Slide 8 - Tekstslide
much / many / (a) little / (a) few
a lot of / lots of Vaak in plaats van much of many
Slide 9 - Tekstslide
bijvoeglijk naamwoord <> bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord Zegt iets over een zelfstandig naamwoord Het geeft antwoord op de vraag 'Wat voor ... ?' Bijwoord
Zegt iets over een werkwoord
Het geeft antwoord op de vraag 'Hoe ... ?'
Bijwoord = bijvoeglijk naamwoord +ly
Slide 10 - Tekstslide
Exercises
Workbook
Page: 43 + 44
Exercises: 25 + 26
Slide 11 - Tekstslide
Exercise 25
1. much 2. Few 3. Lots of 4. many 5. many 6. a few 7. many 8. little
Slide 12 - Tekstslide
Exercise 26
1. many / lots of / a lot of 2. much / lots of / a lot of 3. many / lots of / a lot of 4. many / lots of / a lot of 5. a few 6. a little 7. a few 8. much / lots of / a lot of
Slide 13 - Tekstslide
Exercises
Workbook
Page: 36 + 37
Exercises: 13 + 14
Slide 14 - Tekstslide
Exercise 14
1. good 2. quickly 3. easily 4. well 5. angry 6. horrible (feel!) 7. fantastically