Thema 3.2 Water, Les 4.1 Herkomst, samenstelling en toediening meststoffen

Meststoffen

Herkomst en samenstelling
organische en anorganische mest
Toedienen van meststoffen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meststoffen

Herkomst en samenstelling
organische en anorganische mest
Toedienen van meststoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
Voor een goede groei hebben planten water en voedingsstoffen nodig. Vaak moet je extra voedingsstoffen toedienen in de vorm van mest.
In mest zitten precies die voedingsstoffen die planten nodig hebben. Je kunt bemesten met organische en anorganische meststoffen. Je leert wat organische meststoffen zijn, waar ze vandaan komen en wat erin zit.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stalmest en plantenresten worden al jarenlang gebruikt voor de bemesting van de bodem. Ze bestaan uit organische stoffen. Dat zijn stoffen die uit levende en dode organismen zijn opgebouwd.


Organische stoffen zijn echte bodemverbeteraars. Ze zorgen voor meer humus in de grond. Dat verbetert het vochtvasthoudend vermogen van de bodem en ook de luchthuishouding en de structuur van de grond.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wormen die in de bodem zitten breken de organische stoffen af. Zij nemen de stoffen op, breken de stoffen af en poepen weer andere stoffen uit. Die andere stoffen zijn bijvoorbeeld mineralen. Mineralen zijn op hun beurt weer voedingsstoffen voor de plant.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Compost is een plantaardige meststof. 
Het bestaat uit verschillende plantaardige resten, zoals tuinafval, groenteafval, fruitschillen, theebladeren en koffieresten. Deze resten worden in humus omgezet. Kippenmest, koemest en champignonmest zijn dierlijke meststoffen. 

Slide 5 - Tekstslide

Champignonmest is een dierlijke meststof. Het is geen mest van champignons. Het is paardenmest die gebruikt wordt bij het kweken van champignons.
Bodemverbeteraar zonder voedingsstoffen
Er zijn ook organische stoffen die weinig of geen voedingsstoffen bevatten, maar wel het humusgehalte of de structuur van de bodem verbeteren. 
Turfstrooisel of turfmolm is daar een voorbeeld van. Dit lichtbruine, weinig verteerde veen kan veel water opnemen. Turfstrooisel wordt ook door potgrond gemengd om de grond luchtig te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuinturf
= doorgevroren hoogveen
Het heeft een zuur verhogende werking en is goed voor de water- en luchthuishouding van de grond. Tuinturf wordt daarom veel in de tuin toegepast.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groenbemesters
Dat zijn planten die met behulp van bacteriën stikstof in hun wortels kunnen opslaan. Nadat deze stikstof is ondergewerkt, komt het ten goede aan de planten. Groenbemesters worden vaak op grote akkers ingezaaid.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling organische meststoffen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorganische meststoffen
Vanuit de ervaring dat de samenstelling van organische meststof niet altijd duidelijk en stabiel is, is anorganische meststof ontstaan, ook wel kunstmest genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De mineralen stikstof, fosfor en kalium en de metalen ijzer, zink en koper zijn voor planten belangrijk. 

Daarmee gingen ze meststoffen in het lab namaken. Dat gebeurde voor het eerst in 1845. 

Zo kregen kwekers meer grip op hun teelt en is de productie van landbouwgewassen sterk toegenomen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingselementen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor meer info: zie H11 ELO

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbemesting
Meer voedingselementen (zouten) in de grond dan de planten kunnen opnemen. Daardoor onttrekt de bodem het water aan de plant, met als gevolg een verdroogde plant (verbranden). 


Ook schadelijk voor het milieu, oppervlaktewater, grondwater en lucht. Dat kan op warme dagen een sterke algengroei veroorzaken wat slecht is voor de vissen en de waterkwaliteit.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies