Instructie 1.3 Cellen van dieren en planten

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


Wat is waar?
A
Cel 1: Plantaardige cel Cel 2: Dierlijke cel
B
Cel 1: Dierlijke cel Cel 2: Plantaardige cel

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet nummer 2?
A
Celkern
B
Celplasma
C
Celmembraan

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
Regelt alles wat er in cel gebeurt.
B
Beschermt de cel.
C
Zorgt voor fotosynthese.
D
Zorgt voor de stevigheid van de cel.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het buitenste laagje om een plantaardige cel?
A
Celmembraan
B
Celwand

Slide 11 - Quizvraag

Welk onderdeel van de plantaardige cel zorgt ervoor dat fotosynthese kan plaatsvinden?
A
De celwand.
B
De celkern.
C
De bladgroenkorrels.
D
Het cytoplasma.

Slide 12 - Quizvraag

Alle dierlijke cellen zien er hetzelfde uit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De appel verandert van kleur doordat de bladgroenkorrels worden omgezet in kleurstofkorrels
A
Fout
B
Goed

Slide 14 - Quizvraag

Sleep het organel naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan

Slide 15 - Sleepvraag

- Dieren hebben veel verschillende ________
- Cellen van mensen hebben                                                 ____________ kenmerken als cellen van dieren.
-De __________  regelt alles wat er in de cel gebeurt.
-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel 
uit _____
-Om de cellen van dieren ligt een _________
Dezelfde 
Celmembraan 
Celplasma
Celkern 
Cellen 

Slide 16 - Sleepvraag