Hoofdstuk 11

Hoofdstuk 11
KORTING
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11
KORTING

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al over......

korting berekenen ?

Vandaag gaan we dit weer ontdekken en ditmaal doen we dit nog eens door een kahoot!

Pak de laptop maar
Wat weten jullie al over.....
Vandaag leren we:
-Wat korting is
-uitreken 50% korting
-uitreken 25% korting
-uitreken 10% korting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat is korting?

Korting betekent dat je minder geld hoeft te betalen voor een product.

Slide 4 - Tekstslide

Sneakers Nike 90 euro. 50% korting. Deze sneaker kost nu 45 euro.
50% is de helft. 
90 : 2 = 45 euro


Slide 5 - Tekstslide

Airpods zijn in de reclame. Coolbleu geeft 25% korting. Ze waren 200 euro. Hoeveel kosten ze nu?
25% is een kwart van 100% of 1 vierde deel 
200 : 4 = 50
of 200 : 100= 2 euro (is 1%) x 25= 50 euro

200 euro - 50 euro = 150 euro

Slide 6 - Tekstslide

Prijs 23 euro. Korting 10%. Hoeveel euro korting krijg je? Hoeveel moet je betalen?
10%  eerst delen we het door 100%
23 : 100 = 0,23 
Nu doen we het x 10 (10%) 0,23 x 10 = 2,30 

De korting is 2,30 euro
23 euro - 2,30 euro= 20,70 euro betalen.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 11
maken opdracht 
1 t/m 6
1 of 2 vragen goed?
 Volg de uitleg mee.
3 vragen goed?
maak opdracht 1 en 2 zelfstandig. Sluit daarna aan bij de uitleg.
Alle vragen goed? Maak zelfstandig het hoofdstuk. Sla opdracht 1, 2 en 3 over.
Werk zelfstandig in stilte. Vragen? Schrijf ze even op

Slide 8 - Tekstslide

50 % korting berekenen is eigenlijk simpel. 
50% is de helft van 100%.      50% +50%= 100%
100% noem je altijd het hele bedrag zonder korting. 
Dus bijv. het kost 120 euro dit is dan 100%, de helft van 120 euro = 60 euro. 60 euro is dan 50%. Delen dus door 2
Als ik dan wil weten hoeveel het nu kost tel ik de korting van het totale bedrag af. 
In dit geval dus 120 euro - 60 euro = 60 euro.
Ik betaal nu dus 60 euro in plaats van 120 euro eerst. 
50 % korting is dus de moeite!

Slide 9 - Tekstslide

Samen oefenen:
Pet van Nike kost 64 euro. Korting is 50 %

Hoeveel procent is 64 euro?

Wat weten we over 50% uitrekenen?

Welke rekensom maken we dus om dit uit te rekenen?

Wat betaal ik bij de kassa voor de pet?




Slide 10 - Tekstslide

25% is al iets moeilijker maar kunnen we ook nog simpel uitrekenen. 
25% is een 4e deel van 100% of een kwart (denk aan pizza)
Zodra je dus 25% ziet staan deel je het door 4.

80 euro met 25% korting is dus;
80 : 4 = 20 euro. Je korting is 20 euro
Je betaald 80 euro- 20 euro = 60 euro

Slide 11 - Tekstslide

Samen oefenen:

Pet van Nike kost 40 euro. Korting is 25 %

Wat weten we over 25% uitrekenen?

Welke rekensom maken we dus om dit uit te rekenen?

Wat betaal ik bij de kassa voor de pet?




Slide 12 - Tekstslide

10% is een 10e deel. Je kunt het bedrag dus delen door 10 om de korting te weten. Maar we gaan nu ook nog eens werken met de verhoudingstabel:
                                      :10
procenten:   100                    ........10.........                      
______________________________________
euro:                70                    .....................         
                                       :10                  
wat je boven doet, doe je onder ook of dit nu maal of delen is.
10% van 70 euro = 7 euro.  Dit moet nog altijd van het bedrag af. 
Ik betaal dus 63 euro

Of in een som:   korting x prijs : 100  dus:  10 x 70 : 100 = 7 euro

Slide 13 - Tekstslide

Samen oefenen:

Pet van Nike kost 56 euro. Korting is 10%

Maak nu eens de verhoudingstabel op je wisbordje.
korting            100                 10                
_____________________________
euro                   56             ...........                   

oplossing:


Slide 14 - Tekstslide

Kost 56 euro. Korting 10%

                                          :100                       x10
korting:               100                   1                            10
               _______________________________________________
euro:                   56                     ...0,56........             ...5,6......
                                          :100                         x10

56 euro - 5,60 = 50,40 euro 

Slide 15 - Tekstslide

Wat als je nu andere bedragen hebt?
Bijvoorbeel 15% korting.
Bereken voor andere kortingen altijd wat 1% korting is en doe dit maal het getal wat aan korting gegeven wordt. Zie ook weer de verhoudingstabel of de som.
korting        100%                1 %                            15%
euro                100                  1                                 15

of korting x prijs : 100
      15 x 100 (=1500) : 100 = 15 euro korting. 

Slide 16 - Tekstslide

We werken 
zelfstandig en 
in stilte!
Hoofdstuk 11

Maak opdracht 1 t/m 6



Ben je klaar met deze opdrachten?
Pak dan 1 van de werkbladen op de tafel. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb ik vandaag


gezien?
gedaan?
geleerd?

Slide 18 - Tekstslide

Vandaag leerden we; 
-wat korting is 
Korting betekent dat je minder geld hoeft te betalen voor een product.
-We leerden hoe we 10%, 25% en 50% korting uitrekenen.
50% is de helft
25% delen we het door 4
10% delen we het door 10

Slide 19 - Tekstslide