In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Procenten rond ik af op..
A
1 decimaal
B
2 decimalen
C
gehele getallen
D
3 decimalen
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel procent is 672 van 1.200?
A
52 %
B
61%
C
58%
D
56 %
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel procent is met tonijn?
A
80%
B
85%
C
95%
D
90%
Slide 5 - Quizvraag
Met hoeveel procent zijn de uitgaven per persoon aan cafébezoek toegenomen in de periode van 2012-2013 ten opzichte van de periode 2000-2001? Rond af op hele procenten.
1 Wat is het verschil in uitgaven tussen beide jaren?
2 Proc.verschil = verschil : oude uitgaven x 100
A
102,3%
B
51%
C
52%
D
106%
Slide 6 - Quizvraag
Ik beheers de lesstof: rekenen met procenten
Ja
Twijfel
Nee
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Tekstslide
Reken de kosten om naar een bedrag per week
Telefoonabonnement €26 per maand = ..... per week
A
€5,50
B
€6
C
€6,50
D
€7
Slide 9 - Quizvraag
Ik beheers de lesstof: omrekenen van week naar maand
Ja
Twijfel
Nee
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Samengestelde rente levert meer op dan enkelvoudige rente.
A
juist
B
onjuist
C
hangt van de spaarvorm af
D
hangt van het spaarmotief af
Slide 14 - Quizvraag
Spaarrekening: € 1.500 1,2% rente Hoeveel (enkelvoudige) rente ontvang je in 3 jaar?
A
€ 18
B
€ 54
C
€ 1.518
D
€ 1.554
Slide 15 - Quizvraag
Bereken de samengestelde rente na 3 jaar sparen: €1000 op de rekening tegen 2% rente
A
€20
B
€60
C
€61,21
D
€63,40
Slide 16 - Quizvraag
€ 20.000 drie jaar sparen tegen 2% samengestelde rente per jaar. Wat staat er na 3 jaar op de rekening?
A
1.200
B
21.200
C
21.224,16
D
22.111,12
Slide 17 - Quizvraag
Ik beheers de lesstof: Enkelvoudige en samengestelde rente
Ja
Twijfel
Nee
Slide 18 - Poll
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Waaruit bestaan de kredietkosten?
A
Aflossing lening + rente
B
Alleen de rente
Slide 21 - Quizvraag
Je leent €15.000 met een looptijd van vijf jaar en betaalt in maandtermijnen van €300,-. Wat zijn de kredietkosten?
A
€300
B
€3000
C
€15000
D
€18000
Slide 22 - Quizvraag
Tess leent €3000 en kiest voor een looptijd van drie jaar.