Quiz Franse Revolutie herhalen

Quiz Franse Revolutie herhalen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Quiz Franse Revolutie herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Uit hoeveel standen bestond de Franse samenleving?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 2 - Quizvraag

Welke gebeurtenis vormt het begin van de Franse Revolutie?

Slide 3 - Sleepvraag

Wat klopt niet?
A
De 1ste en 2de stand betaalden geen belasting
B
Koning Lodewijk regeerde zijn land heel erg goed
C
De adel feestte er op los in Versailles
D
Het Franse volk had honger

Slide 4 - Quizvraag

Noem drie oorzaken van de Franse Revolutie. 
Oorzaken
Geen oorzaken
Belastingplicht voor de adel.
Absolute macht van de koning.
Armoede op het platteland.
Bestorming van de Bastille.
De standensamenleving.

Slide 5 - Sleepvraag

Wie is de persoon op de afbeelding?
A
Koning Lodewijk XVI
B
Robespierre
C
Stadhouder Willem V
D
Napoleon

Slide 6 - Quizvraag

Welke stand was qua aantal het kleinst?
A
1ste
B
2de
C
3de
D
4de

Slide 7 - Quizvraag

Geen belasting, baantjes in het bestuur en feestjes op het paleis
Wel belasting, geen voorrechten
Geen belasting, voorrechten, veel macht
Absolute macht, woont in Versailles
Koning Lodewijk XVI
Adel
Geestelijkheid
Boeren en burgers

Slide 8 - Sleepvraag

Op welke datum begon de Franse Revolutie?
A
14 juni 1789
B
14 juli 1789
C
14 juni 1798
D
14 juli 1798

Slide 9 - Quizvraag

Bij wie hoort welk idee?
Koning Jacobus
Rousseau
Montesquie
John Locke
Alle mensen zijn vrij en gelijk geboren
Een koning moet zijn macht van het volk krijgen
De macht moet gedeeld worden in drie stukken
Door god aangewezen om het land te besturen

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van liberte, egalite en fraternite?
A
Vrijheid, gelijkheid en gelijkwaardigheid
B
Vrijheid, eigenschap en broederschap
C
Vrijheid, gelijkheid en belastingvrij
D
Vrijheid, gelijkheid en broederschap

Slide 11 - Quizvraag

Tegen wie was het Continentaal Stelsel gericht?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Nederland

Slide 12 - Quizvraag

De Franse Revolutie
Terreur
Dictatuur

Slide 13 - Sleepvraag

Zet in de juiste chronologische volgorde
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen
Slag bij Waterloo
Franse inval Nederland
Bestorming Bastille

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe noem je de groep ontevreden burgers die in 1787 in opstand kwamen tegen het bestuur?
A
Oranjegezinden
B
Pruisen
C
Patriotten
D
Stadhouders

Slide 15 - Quizvraag

In welk jaar vlucht Willem V naar Engeland?
A
1789
B
1790
C
1795
D
1804

Slide 16 - Quizvraag

Wat was een gevolg van Continentaal Stelsel?
A
Nederland kon uitstekend handel drijven met Engeland
B
Nederland kon geen handel meer drijven met Pruisen
C
Nederland kon geen handel meer drijven met Engeland
D
Nederland kon geen handel meer drijven met Frankrijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat zien we vandaag de dag nog terug uit de Franse tijd in Nederland?
A
Metriek stelsel, achternaam en woorden
B
Metriek stelsel, continentaal stelsel en burgerlijke stand
C
Metriek stelsel, achternaam en het continentaal stelsel
D
Provinciegrenzen, achternaam en de Belgische taal.

Slide 18 - Quizvraag

Welke gebeurtenis zien we op de afbeelding?
A
Napoleon verbannen naar Elba
B
Franse leger op weg naar Moskou
C
Bestorming Bastille
D
Willem V vlucht naar Engeland

Slide 19 - Quizvraag

Hoe komt het dat de schatkist van Frankrijk bijna leeg was in 1789?
A
Te dure oorlogen
B
Teveel schulden en daardoor hoge rentes
C
De uitgaven van het koningspaar
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quizvraag

In welk jaar en welke plaats werd Napoleon definitief verslagen?
A
1813, Leipzig
B
1815, Moskou
C
1815, Leipzig
D
1815, Waterloo

Slide 21 - Quizvraag

En nu?
Rustig aan de slag met de vragen in het werkboek. 

Slide 22 - Tekstslide