In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Spelregels
1. Eén tablet per team
2. Teams van 3-4 personen
3. Spieken = stom, opzoeken = net zo stom
4. Overleggen mag binnen het team
5. Prijs voor het winnende team: iets uit de automaat
Slide 2 - Tekstslide
Ronde 1
Algemene kennis van schoolvakken
LET OP: alleen goed gespelde antwoorden worden goed gerekend!
Slide 3 - Tekstslide
Wie is de schrijver van Achtste groepers huilen niet? (alleen achternaam)
Slide 4 - Open vraag
Waarvoor staat het scheikundige symbool Sn?
Slide 5 - Open vraag
In welk jaar begon de Eerste Wereldoorlog?
Slide 6 - Open vraag
Een leraar rijdt vijf keer per week van Groningen naar Heerenveen. De auto rijdt 1:15, de benzine kost €1,50. De afstand Groningen-H'veen is 60 km. Wat zijn de kosten per maand? (zonder €-teken, alleen het getal)
Slide 7 - Open vraag
Wat betekent het Afrikaanse woord 'lugwaardin'?
Slide 8 - Open vraag
Hoe heet de burgemeester van Amsterdam? (alleen achternaam)
Slide 9 - Open vraag
Wat betekent het Engelse woord 'sensible'?
Slide 10 - Open vraag
Wat is de eenheid van elektrische stroomsterkte?
Slide 11 - Open vraag
Bij welke Duitse naamval horen de voorzetsels 'mit' en 'von'? (alleen getal in letters)
Slide 12 - Open vraag
Wat bereken je met aantal verkochte producten x prijs?
Slide 13 - Open vraag
Ronde 2
Categorieronde
Alle antwoorden hebben te maken met een categorie. Welke, dat moet je zelf ontdekken.
Speeltip: schrijf los de antwoorden ook op voor de categorie
Slide 14 - Tekstslide
Kleurentelevisie bestaat sinds 1967. Hoe werd daarvoor uitgezonden?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het kwadraat van 8? (in cijfers)
Slide 16 - Open vraag
Wat voor staatshoofd heeft Denemarken?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het bekendste gebouw van Pisa?
Slide 18 - Open vraag
Welk dier wordt in het Latijn 'equus' genoemd?
Slide 19 - Open vraag
Welk speciaalbiermerk komt uit Antwerpen?
Slide 20 - Open vraag
Hoe noem je een kapsel met lang haar van achteren (bij jongens, geen verkleinwoord)?
Slide 21 - Open vraag
Hoe noem je een poppetje van een bordspel?
Slide 22 - Open vraag
Hoe noem je een kleed waarover je loopt, bijvoorbeeld bij een première?
Slide 23 - Open vraag
In welke categorie vielen de vorige vragen?
Slide 24 - Open vraag
Ronde 3
Nummer 1 - 1 punt, nummer 2 - 2 punten
Voorbeeld: Het land met de meeste inwoners - China (1p) en India (2p)