Les 5 Taalverzorging: de persoonsvorm in tegenwoordige en verleden tijd

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm spellen in tt en vt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Icoontjes:
Sla deze slide op in je favorieten of klik op het oog om de slide te verbergen.

Kleurcodes:
De kleurcodes in deze les verschillen per lesfase:

informatie
doen
Voorkennis activeren
#EBE7F7
#9C89D7
Theorie/Instructie
#F8DACF 
#FE8F6B
Verwerking
#C4E5C9
#38A84A
Afsluiting
#EBE7F7
#9C89D7

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Lesplanning
  • Terugblikken
  • Voorkennis activeren 
  • Leerdoelen van de les 
  • Uitleg zwakke en sterke werkwoorden
  • Uitleg tegenwoordige en verleden tijd
  • Uitleg spelling sterke en zwakke werkwoorden
  • Opdracht checkvragen
  • Opdracht boek
  • # Exit ticket 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de volgende slides staan er vragen op over de vorige les.
- hun/zij
- jou/jouw, mij/mijn, u/uw
Terugblikken

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis activeren:
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te geven aan de rest van de les.

Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
Wat was het verschil tussen u en uw en mij en mijn en jou en jouw?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijk voornaamwoord 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Ga je ook naar zijn feestje? 
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Ik zag haar gisteren nog in het park.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Het was hun idee om een groot feest te organiseren.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Ik heb ze van Yusuf geleend.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Uw sleutels zijn door haar gevonden.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
05

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

              Voorkennis activeren

Slide 19 - Tekstslide

Voorkennis activeren:
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te geven aan de rest van de les.

Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
Leg het verschil uit tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de tegenwoordige tijd
Peter (mailen) het idee aan zijn klasgenoten.
A
mail
B
mailt
C
mailde
D
mailden

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de verleden tijd tijd
Ik (halen) een broodje in de aula.
A
haal
B
haalt
C
haalde
D
haalden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis

Slide 23 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Voorkennis
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
  • Ik weet wat het onderwerp van de zin is en kan het omcirkelen.
  • Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden door de zin vragend te maken
  • Ik kan de persoonsvorm op de juiste manier in de tegnwoordige tijd schrijven
  • Ik kan de persoonsvorm op de juiste manier in de verleden tijd schrijven

Slide 26 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
              Inleiding
De vorige les hebben jullie het verschil geleerd tussen hun en zij. Verder weet je wanneer je u of uw, jou of jouw en mij en mijn moet gebruiken.
In deze les ga je leren hoe je het onderwerp in de zin vindt en de juiste vorm van de persoonsvorm kan opschrijven in de tegenwoordige en verleden tijd.

Slide 27 - Tekstslide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
           Theorie
Een werkwoord geeft aan wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.

Een werkwoord in de tegenwoordige tijd geeft aan wat iets of iemand nu doet of wat er nu gebeurt.

Een werkwoord in de verleden tijd geeft aan wat iets of iemand al heeft gedaan of wat er al is gebeurd. Dat kan jaren geleden zijn, maar ook een minuut geleden.

Slide 28 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Voorbeelden
Tegenwoordige tijd:
Ik ga vandaag met vrienden op de fiets naar het park.

Verleden tijd:
Mijn vrienden brachten mij gisteren naar de trein.

Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.



Wij stonden gisteren lang in de file op de snelweg
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 30 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

De bus reed vanmorgen keihard de halte voorbij.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 31 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Vandaag krijg ik eindelijk mijn nieuwe scooter.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 32 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
           Instructie
Als je werkwoorden in de verleden tijd foutloos wilt spellen, is het belangrijk om te weten of het werkwoord zwak of sterk is.

Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank als je ze in de verleden tijd zet.
Sterke werkwoorden veranderen wel van klank als je ze in de verleden tijd zet.

Slide 33 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Voorbeelden
Zwakke werkwoorden

tegenwoordige   verleden tijd
tijd.
voelen                     voelden              
fietsen                      fietsten
Voorbeelden
Sterke werkwoorden

tegenwoodige  verleden tijd
tijd
lopen                    liepen
bijten                    beten

Slide 34 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Wanneer is mijn opdracht goed?

Slide 35 - Open vraag

Succescriteria
Hiermee maak je leerlingen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en welke criteria bepalen of hun werk succesvol is. Dit helpt hen beter te begrijpen waar ze naartoe werken en verhoogt hun focus en motivatie. Door succescriteria te bespreken of samen met leerlingen op te stellen, bevorder je eigenaarschap en geef je hen een concreet kader om hun werk aan te toetsen tijdens en na het uitvoeren van de opdracht.
           Aan de slag
Maak nu opdracht 3,4 en 5 op bladzijde 282 t/m 285
Als je klaar bent ga je verder op Numo - Nederlands - Taken- persoonsvorm.

Slide 36 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Hij (lezen) daarnet de e-mail van de baas. (verleden tijd)

A
lees
B
leest
C
las
D
leesde

Slide 37 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Dit bedrijf (bieden) een goed salaris.
(tegenwoordige tijd)
A
bied
B
biedt
C
bood
D
boodt

Slide 38 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
           Afsluiting
Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 39 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
           Begrippen
           uit deze les

  • ...
  • ...

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS van de gedeelde map.
Je kunt voor meer Exit tickets ook op onderstaande website kijken:

Slide 41 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies