Burgers en stoommachines 8b

Burgers en stoommachines 8b
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines 8b

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
Huiswerk
Opdracht 5, 6, 7, 8 en 9
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
5:

A. Katholieken past er niet bij, want in Nederland waren sinds de Reformatie de protestanten in de meerderheid.
B. Reformatie past er niet bij, want toen in Nederland godsdienstvrijheid werd ingevoerd, kregen katholieken dezelfde rechten als protestanten. Na de Reformatie hadden ze juist minder rechten.
C. Verlichting past er niet bij, want na de Reformatie werden katholieken in Nederland door de protestanten gediscrimineerd. De Verlichting leidde tot godsdienstvrijheid, waarna er een einde kwam aan die discriminatie.  

6 a: Omdat kinderen op openbare scholen leerden over verlichte ideeën en rationalisme. Dat vonden streng protestantse en katholieke ouders gevaarlijk voor het geloof.
6 b: Met de nieuwe onderwijswet wilde de Nederlandse regering het onderwijs verbeteren: betere lokalen, kleinere klassen en beter opgeleide en betaalde leraren. De staat betaalde hierbij voor openbare scholen, maar niet voor de protestantse en katholieke scholen. Voor deze scholen werd onderwijs door de wet dus duurder.  



Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
7a+b: Eigen antwoord

8 a: De petitie was aan de ene kant niet succesvol, want de koning ondertekende gewoon de onderwijswet. De petitie was aan de andere kant wel succesvol, want overal werd erover gesproken. Voor de protestanten en katholieken was het duidelijk dat ze iets konden bereiken als ze zich goed organiseerden.
8 b: Na een lange schoolstrijd ging de staat de scholen van protestanten en katholieken betalen. Dit was belangrijk voor de emancipatie van katholieken en protestanten, want het betekende dat ze nu op het gebied van onderwijs gelijk behandeld werden: ze kregen gelijke rechten. 

9 a: Dat kun je zien aan het beeld van Jezus dat in het klaslokaal staat. Protestanten waren tegen dit soort beelden.
9 b: De staat heeft deze spullen betaald, want vanaf 1917 ging de staat de scholen van katholieken en protestanten betalen.


Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
  • Omschrijf de verhoudingen tussen protestanten en katholieken van voor de Verlichting
  • Beschrijf de verhoudingen tussen protestanten en katholieken ten tijde van de Verlichting
  • Geef een omschrijving van de schoolstrijd - benoem hierbij beide groepen met standpunt



timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Fabriekswerk
Door de Industriële Revolutie werd het werk voor arbeiders enorm anders. Kleine werkplaatsen werden enorme fabrieken met veel stoommachines. Het werk werd enorm eentonig, je deed de hele dag dezelfde handeling.
Ook trok iedereen naar de stad, hier stonden de fabrieken.
Net als katholieken en protestanten gingen arbeiders zich emanciperen. Arbeiders waren arm en fabriekseigenaren enorm rijk. Ook was het werk in fabrieken zwaar en ongezond. De arbeiders maakten enorm lange dagen, soms werd er dag en nacht doorgewerkt. 


Slide 6 - Tekstslide

Verstedelijking
Steden groeiden enorm snel. Voor alle nieuwe bewoners waren niet genoeg huizen. Veel arbeiders woonden samen in krotten. Hele gezinnen woonden in een kleder of op zolder.
In 1899 woonde 40% van Nederland in een woning met één, soms twee, kamers. 

Doordat mensen zo dicht op elkaar woonden, was het leven heel ongezond. Afval werd op straat gegooid en er was geen riool. Schoon drinkwater was er niet. Er braken geregeld epidemieën uit.

Slide 7 - Tekstslide

Sloppenwijk 1847
Een arts was naar een sloppenwijk in Arnhem geweest en had het volgende opgeschreven: 
Smalle straten met huizen, eerder hokken, van maximaal 2 meter. De straat lag vol vuilnishopen en bakken met uitwerpselen. Op een erf stond een oude varkensstal, waar een gezin van acht in woont. Hun wangen zijn hol en hun buiken dik. Hun vermagerde benen dragen een bleek en door water opgezet lichaam.

Slide 8 - Tekstslide

Sociale kwestie
Het leven van de arbeiders moest snel verbeteren. Verlichte denkers gingen het probleem de sociale kwestie noemen. 
Ziektes waren een gevaar voor de hele stad en als arbeiders gingen staken dat zou dit slecht zijn voor de economie
Het was ook onverstandig arbeiders en kinderen af te beulen. Aan fitte en beter betaalde werklieden had je meer. Kinderen konden beter naar school gaan, om een vak te leren. Zo gingen er minder bedelen of stelen. Zo kon er een betere wereld ontstaan en zou de sociale kwestie zichzelf oplossen.

Slide 9 - Tekstslide

Sociale wetten
In 1874 kwam het 'Kinderwetje van Van Houten'. Dit was een keerpunt, omdat het de eerste wet was di iets deed om de sociale kwestie op te lossen. De eerste sociale wet in Nederland. Daarna zouden vele wetten volgen.
De sociale wetten kwamen er doordat arbeiders zich gingen organiseren. Ze richtten vakbonden en verenigingen op die voor hun belangen opkwamen. 
Een belangrijke overwinning was het invoeren van de 8-urige werkdag in 1919.

Slide 10 - Tekstslide

Kinderwetje van Van Houten
Kinderarbeid

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 13, 14, 15, 16 en 17 

Slide 12 - Tekstslide