Het hoofdstuk doorlopen middels diagnostische toets. Na deze toets kan je beoordelen in hoeverre je klaar bent voor de toets.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Diagnostische toets
Lesdoel:
Het hoofdstuk doorlopen middels diagnostische toets. Na deze toets kan je beoordelen in hoeverre je klaar bent voor de toets.
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf de waarde op van het cijfer 1 in het getal 1327,86.
A
tienduizendtallen
B
duizendtallen
C
honderdtallen
D
tientallen
Slide 2 - Quizvraag
Schrijf de waarde op van het cijfer 3 in het getal 1327,86.
A
tienduizendtallen
B
duizendtallen
C
honderdtallen
D
tientallen
Slide 3 - Quizvraag
Schrijf de waarde op van het cijfer 2 in het getal 1327,86.
A
tienduizendtallen
B
duizendtallen
C
honderdtallen
D
tientallen
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf de waarde op van het cijfer 7 in het getal 1327,86.
A
eenheden
B
duizendtallen
C
honderdtallen
D
tientallen
Slide 5 - Quizvraag
Schrijf de waarde op van het cijfer 8 in het getal 1327,86.
A
eenheden
B
honderdsten
C
tienden
D
tientallen
Slide 6 - Quizvraag
Schrijf de waarde op van het cijfer 6 in het getal 1327,86.
A
eenheden
B
honderdsten
C
tienden
D
tientallen
Slide 7 - Quizvraag
Schrijf met alleen cijfers. tienduizend
Slide 8 - Open vraag
Schrijf met alleen cijfers. 15,9 miljoen
Slide 9 - Open vraag
Schrijf met alleen cijfers. 140 miljard
Slide 10 - Open vraag
Schrijf met alleen cijfers. 2,8 miljard
Slide 11 - Open vraag
Schrijf met alleen cijfers. 160 miljoen
Slide 12 - Open vraag
Schrijf met alleen cijfers. 0,5 miljard
Slide 13 - Open vraag
Schrijf met het woord miljoen of miljard. 6 700 000 000
A
67 miljoen
B
6,7 miljoen
C
67 miljard
D
6,7 miljard
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf met het woord miljoen of miljard. 1 700 000
A
1,7 miljoen
B
17 miljoen
C
1,7 miljard
D
1,7 miljard
Slide 15 - Quizvraag
Welke zijn de delers van 48.
A
1,2,3,4,5,6,8,12,16,24 en 48
B
1,2,3,4,6,8,12,16,23 en 48
C
1,2,3,4,6,8,11,16,24 en 48
D
1,2,3,4,6,8,12,16,24 en 48
Slide 16 - Quizvraag
Schrijf de eerste vijf veelvouden op van 15.
A
15, 30, 45, 60 en 65
B
15, ,25, 30, 45, 60 en 75
C
15, 30, 45, 60 en 75
D
15, 30, 45, 60 en 85
Slide 17 - Quizvraag
Schrijf alle even getallen op tussen 39 en 55.
A
40,42, 44, 46, 48, 50, 52 en 54
B
40,42, 44, 46, 48, 50, 52 en 53
C
40,42, 44, 46, 49, 50, 52 en 54
D
40,42, 45, 46, 48, 50, 52 en 54
Slide 18 - Quizvraag
Schrijf alle oneven getallen op tussen 70 en 88..
A
71, 73, 75, 77, 78, 81, 83, 85, 87
B
71, 73, 75, 77, 79, 81, 83, 86, 87
C
71, 73, 75, 77, 79, 80, 83, 85, 87
D
71, 73, 75, 77, 79, 81, 83, 85, 87
Slide 19 - Quizvraag
A
11 en 25 oktober
B
3, 17 en 24 oktober
C
10 en 24 oktober
D
4 en 18 oktober
Slide 20 - Quizvraag
Zet de volgende getallen op de getallenlijn.
9,8
0,4
7
5,7
1,9
3,6
Slide 21 - Sleepvraag
Rond het getal 14,69495 af op 2 decimalen
Slide 22 - Open vraag
Rond het getal 14,69495 af op 1 decimalen
Slide 23 - Open vraag
Rond het getal 14,69495 af op een heel getal
Slide 24 - Open vraag
Met 99 354 plaatsen is Camp Nou van FC Barcelona nu het grootste stadion van Europa. Rond 99 354 af op duizendtallen.
Slide 25 - Open vraag
Het grootste stadion ter wereld heeft 149 998 plaatsen. Rond 149 998 af op tienduizendtallen.
Slide 26 - Open vraag
Josje doet boodschappen. Hiernaast zie je haar kassabon. Josje betaalt met drie briefjes van 10 euro. Hoeveel krijgt zij terug?
Slide 27 - Open vraag
De treinen rijden niet wegens werkzaamheden aan het spoor. De passagiers worden nu met bussen vervoerd. Om tien uur staan 367 passagiers te wachten. In elke bus kunnen 52 passagiers. Hoeveel bussen zijn nodig om ze te vervoeren?
Slide 28 - Open vraag
Vul < , > of = in. 12 + 19 ..... 33
A
<
B
>
C
=
Slide 29 - Quizvraag
Vul < , > of = in. 44 - 18 ..... 25
A
<
B
>
C
=
Slide 30 - Quizvraag
Vul < , > of = in. 140 : 10 ..... 2 x 7
A
<
B
>
C
=
Slide 31 - Quizvraag
Voor 8 ijsjes betaal je € 10. Hoeveel betaal je voor 6 ijsjes? Gebruik de verhoudingstabel
A
€ 7,50
B
€ 7,05
C
€ 7,75
D
€ 7,57
Slide 32 - Quizvraag
Birgit kookt voor vrienden. In totaal zijn ze met 5 personen. Vul de tabel in.