Het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) 1hv

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


timer
1:00
Tekst

Slide 2 - Open vraag

-Wat is een bijvoeglijk naamwoord  en wat doet het in het Nederlands, maar ook in het Frans?
- Hoe kan ik het bijvoeglijk naamwoord aanpassen aan het onderwerp waar het bij staat?
- Hoe kan ik de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord goed toepassen?

Slide 3 - Tekstslide

wat weet je al over het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les chats sont (rood)
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees

Slide 14 - Quizvraag

Voorbeelden:

Il a un chat gris
Ma mère a cinq chats gris

L'éléphant est gros
les éléphants sont gros

Slide 15 - Tekstslide

Mon chat est rouge
Ma chambre est rouge aussi

Le mur jaune
Les maisons jaunes

Slide 16 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Marianne est (verdrietig)
A
tristee
B
tristes
C
tristees
D
triste

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Weet je het nog? Hier volgt tot slot een kort filmpje van de franse juf waarin alles nog een keer wordt uitgelegd. Op blz. 64 van je tekstboek kun je het ook nalezen en daarna kun je de oefeningen 13 en 14 on line maken.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video