Textielverzorging

Zorg voor interieur en linnen
1. Wat doe ik met vuil wasgoed?
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zorg voor interieur en linnen
1. Wat doe ik met vuil wasgoed?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is vuil?

Slide 2 - Woordweb

1.1 Wat is vuil?


Vuil is een stof of materie die aanwezig is op een plaats waar ze niet thuishoort. Dat kan storen/of schadelijk zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten vuil?
* Organisch vuil:
Vuil dat afkomstig is van levend materiaal of van materiaal dat levend geweest is. (mensen, dieren, planten)
* Anorganisch vuil:
Vuil dat afkomstig is van niet-levend, dood materiaal, zoals aarde, klei, metaal..
OEFENING

Slide 4 - Tekstslide

 Organisch vuil

Bananenschil   
Bacteriën
Anorganisch vuil
                                                    
Zand
Stof
Kalkaanslag                                        Moddervlek

Slide 5 - Tekstslide

Etiketten
Bekijk de kledingetiketten. 
Wat zie je?
Zie oefening bundel

Slide 6 - Tekstslide

1.2 Welke informatie staat er op een kledingticket?
Aan de binnenkant van je kledij kun je verschillende etiketten terugvinden.
 Die etiketten zijn essentieel om je kledij correct te onderhouden.
 *Enerzijds heb je het textieletiket. 
Dat geeft informatie over de samenstelling van je kledingstuk.
 *Anderzijds heb je het onderhoudsetiket. 
Dat geeft informatie over de behandelingsvoorschriften. De symbolen geven aan
welke onderhoudsbehandeling het kledingstuk nodig heeft.

 Er zijn vijf groepen onderhoudsbehandelingen met elk een
aantal specifieke symbolen

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de kledingetiketten en kruis aan
Textieletiket of onderhoudsetiket?

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk de kledingetiketten en kruis aan
Textieletiket of onderhoudsetiket?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bonte
was
Donkere
was
Witte
was
Fijne was

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat vind je van wat je zojuist hebt gezien?

Slide 15 - Open vraag

Soorten symbolen?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent dit symbool?
A
De kleding mag niet gestreken worden
B
De kleding mag koud gestreken worden
C
De kleding mag heet gestreken worden
D
De kleding mag lauw gestreken worden

Slide 19 - Quizvraag

Waarom gebruik je een wolwasmiddel om je wollen trui te wassen?
A
wol wordt zacht
B
voorkomt krimpen
C
ruikt lekker
D
rekt de stof niet uit

Slide 20 - Quizvraag

Verbind de kledingstukken met het bijhorende kledingetiket 
Zie bundel

Slide 21 - Tekstslide

1.3 Hoe maak ik mijn vuile kledij weer schoon?
 Noteer wie bij jou thuis de was doet.

Noteer hoe vaak die persoon de was doet volgens jou.

Noteer waar je allemaal je kleren kunt wassen.


Slide 22 - Tekstslide

Voor je vuil wasgoed schoon in de kast kunt leggen, moet je heel wat stappen doorlopen.

Slide 23 - Woordweb

Noteer de stappen van het wasproces 
bij de juiste tekening
* het wasgoed drogen
*het wasgoed sorteren
*het wasgoed wassen
*strijken indien nodig
*het wasgoed kast- en gebruiksklaar maken
*het wasgoed verzamelen en bewaren
*het wasgoed controleren


Slide 24 - Tekstslide

Was sorteren
== KLEUR == MATERIAAL ==  TEMPERATUUR ==

Bij het sorteren van de was maak je onderscheid:
  • Bonte was: gekleurd wasgoed.
  • Witte was: wit wasgoed.
  • Donkere was: zwart en grijs wasgoed.
  • Fijne was: delicate kledingstukken, zoals wol, panty's e.d.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Controleren van wasgoed
  • Zijn de zakken leeg?
  • Ritssluitingen dicht om beschadiging aan kleding te voorkomen
  • Opgerolde mouwen en broekspijpen uitvouwen
  • BH's op de hand of in een wasnetje

Als je kleding te heet wast, kan het KRIMPEN EN VERKLEUREN

Slide 27 - Tekstslide

Wasprogramma
Voorwas: de voorwas sla je over als het wasgoed niet al te vuil is.
Hoofdwas: hierbij wordt het vuil verwijderd.
Spoelen: het vuile sop wordt uit het wasgoed gespoeld.
Centrifugeren: hierdoor is het wasgoed eerder droog.

Slide 28 - Tekstslide

 1.4 WELKE VERSCHILLENDE WASPRODUCTEN ZIJN ER
EN HOE GEBRUIK IK ZE? 
Bekijk de tekening

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Oefening

Lees de verschillende casussen en los de vragen op.

Slide 33 - Tekstslide

 1.5 HOE KAN IK ENERGIE BESPAREN TERWIJL IK
WASGOED WAS EN DROOG?
Bekijk de tekening,
Omcirkel de verschillen 
Welke tekening is er duurzaamst?
Noteer waarom je dat denkt.

Slide 34 - Tekstslide

HOE KAN IK ENERGIE BESPAREN TERWIJL IK
WASGOED WAS EN DROOG?

Slide 35 - Woordweb

 1.5 HOE KAN IK ENERGIE BESPAREN TERWIJL IK
WASGOED WAS EN DROOG?
* Gebruik een duurzaam wasproduct. 
*Gebruik de juiste hoeveelheid wasproduct. 
*Was op de ecostand.
* Was koud als dat kan. 
* Droog je was buiten of aan een droogrek.
* Kies een zuinige wasmachine en droogtrommel aan de hand van het energielabel!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Oefeningen in bundel
Maak de oefeningen van pg 294 tot 301

Slide 39 - Tekstslide

2. HOE GA IK VEILIG OM MET WASPRODUCTEN? 
2.1 WELKE GEVARENSYMBOLEN STAAN ER OP WASPRODUCTEN?

*Bekijk het filmpje.
*Noteer de drie basistips.

Slide 40 - Tekstslide

2.1 WELKE GEVARENSYMBOLEN STAAN ER OP WASPRODUCTEN?
*Teken de pictogrammen die je thuis terugvindt op schoonmaakproducten op een apart blad.
*Noteer de betekenis

Slide 41 - Tekstslide

2.2 HOE BERG IK WASPRODUCTEN VEILIG OP?
* Bekijk het filmpje.
* Noteer wat er fout gaat.
* Noteer wat de gevolgen kunnen zijn.
* Noteer een oplossing om dat te voorkomen.

Slide 42 - Tekstslide

Tips

Slide 43 - Tekstslide

2.3 WAAROM EN HOE MAAK IK EEN OVEN SCHOON?
* Noteer welke soorten vuil aanwezig kunnen zijn in een oven.
* Bekijk het filmpje en kruis aan




* Kruis aan waarom dit product volgens de reclame beter zou zijn dan andere producten.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Oefening
*Noteer wat de functies van de schoonmaakproducten zijn.
 
*Kruis aan welke producten je kunt gebruiken om een oven schoon te maken

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide