Les 1 Spelling

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zoek iemand waarbij er (op een manier) overeenkomst is tussen jullie zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
> Je kan vertellen welke werkwoordsvormen er zijn EN je kan ze goed schrijven.
> Je kan vertellen hoe het zit met interpunctie EN je kan dit goed schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Welke soorten werkwoorden kennen we?

Slide 4 - Tekstslide

Soorten werkwoorden
Infinitief (hele werkwoord) >             vb. zingen                      werken
Persoonsvorm (tt/vt)>                             zingt, zong             werkt, werkte
Voltooid deelwoord (sterk en zwak) >   gezongen                gewerkt
Voltooid deelwoord GEBRUIKT als bijvoeglijk naamwoord 
                                                                          gezongen               gewerkte
Nieuw! Onvoltooid deelwoord                  zingend                   werkend

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Bespreken (blz. 201 erbij houden)
Opdr. 1, blz. 32
Opdr. 2 (en 3), blz. 33

Slide 7 - Tekstslide

Lastige gevallen (je hoort het niet)
Is het een persoonsvorm verleden tijd voor één of meerdere personen?
Hij werkte de hele dag.
Wij werkteN de hele dag.

Mijn buurman verwachtte mij daar niet.
Mijn buurman en zijn vrouw verwachtteN mij daar niet.

Slide 8 - Tekstslide

Lastige gevallen
Is het een voltooid deelwoord of een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?
Voltooid deelwoord: Ik heb gewerkt.
VD als bijvoeglijk naamwoord: De gewerkte uren zijn verrekend.
Voltooid deelwoord: Ik heb een blaadje verspild.
VD als bijvoeglijk naamwoord: De verspilde blaadjes worden versnipperd.

Slide 9 - Tekstslide

Lastige gevallen
Is het een persoonsvorm of een voltooid deelwoord?

Hij gebruik... dat niet meer, jij mag dat wel pakken.
Hij heeft dat niet gebruik.., daarom mag jij het wel pakken.

Slide 10 - Tekstslide

Lastige gevallen
Is het een persoonsvorm verleden tijd voor één of meerdere personen?
Hij werkte de hele dag.
Wij werkteN de hele dag.

Mijn buurman verwachtte mij daar niet.
Mijn buurman en zijn vrouw verwachtteN mij daar niet.

Slide 11 - Tekstslide